‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
Een k(l)eurig huisje, voor God
Als kind al, verheugde ik me heel erg op Kerst, direct na Sint-Nicolaas waarop mijn opa ook nog eens jarig was (op 5 december; op 10 december zijn sterfdag). Uit de winkel werd een lege doos meegenomen, waar pakjes boter in hadden gezeten. Dan werden grote vellen rotspapier gepakt (tegenwoordig moeilijk te vinden- blijkt), en daar moesten met plaksel en plakkaatverf rotsen van worden gemaakt. Het leuke was, dat je dat heel slordig mocht doen. Nee, je moest het zelfs slordig doen, want hoe meer je knoeide, des te meer ging het op een echte rots lijken. Als het papier klaar was, dan werd het pas echt leuk. Dan moest je het kreukelen. Dat mocht anders nooit; je moest papier altijd netjes vouwen. Maar met kerstmis mocht je… nee je moest, het papier ‘verfrommelen’. En dan werd het rondom de doos pas, een prachtige grot. En dan naar buiten, rotzooi oprapen: takjes, bruine bladeren, zand… om naar binnen te slepen, en over de stal te strooien. Zo, werd een huisje voor God gebouwd. Met veel kreukelen en kliederen. God zoekt de mensen op, zoals ze echt zijn. Als ze zich niet mooier voordoen, dan ze zijn. Jezus is geboren in een stal, in de voerbak voor de dieren. De eerste kerststal, die ooit nagebouwd werd, was van de heilige Franciscus. Met zijn liefde voor de dieren; de planten; de sterren, de zon; en de maan. Eenvoudig, voor de mensen: hij leefde en kleedde zich als een gewone herder.
We hebben een Franciscuspaus , die dit het hele jaar laat zien.
Roger