‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
Als puntje bij paaltje komt …
Niet alleen de opmaak van de krant, die ik ’s morgens uit de bus haal verandert regelmatig, maar ook de wijze waarop het nieuws gebracht wordt. Steeds meer ‘schildert’ mijn krant ook de achtergronden bij het nieuws dat ze me brengt. Tot mijn tevredenheid overigens. Ook de rouwadvertenties – vooral het domein van m’n vrouw – zijn t.o.v. vroeger sterk veranderd. De nabestaanden laten tegenwoordig veel meer van de overledene zien. Een foto van betrokkene of een beeld van zijn hobby. Een tekening van een kleinkind. Anderen geven in enkele zinnen inzicht in het leven van de overledene, vooral in de laatste levensfase. Zijn of haar leven trekt als het ware aan je oog voorbij. Soms zie je dat mensen tot het laatste moment de regie over hun leven zijn blijven bepalen. “Ik ben niet meer….” In een soort Twitter bericht laat hij of zij weten het aardse met het eeuwige verwisseld te hebben.
Tja en een trapje na moet ook kunnen, al gaan sommigen daarin erg ver. In een Belgische rouwadvertentie was de volgende tekst opgenomen: “Zoals ze zelf wilde, zal er géén koffietafel zijn, noch rouwprentjes. Diegenen die koffie wensten, hebben volgens Helena tijd genoeg gehad om die samen met haar te drinken”. Dit komt natuurlijk stevig binnen, als je als familielid of buur niet regelmatig op bezoek bent gegaan bij Helena….
Vaker ontvouwt zich in een rouwadvertentie ook een drama. Een kind dat overlijdt, een fietser die van de weg gereden wordt, of iemand waarop een aanslag gepleegd is.
Zo af en toe spiegel ik ook mijn eigen leven aan dat van de overledene: is hij of zij 10 jaar jonger dan ik, ben ik blij met mijn leeftijd. Overlijdt een 90-jarige dan spiegel ik naar de andere kant; dan hoop ik ook nog aardig wat jaartjes voor de boeg te hebben. Maar hoe we het wenden of keren, vroeg of laat is het voor ieder van ons tijd om te gaan.
Eerlijk gezegd maak ik me over de tekst van de rouwadvertentie niet zo druk. Dat is voor mijn gevoel toch meer een zaak voor de nabestaanden. In welke woorden zij aan mijn omgeving willen laten weten, dat ik het ‘hier’ met het ‘hiernamaals’ heb verwisseld. De kerk dwingt me er echter wel toe nog even na te denken, hoe mijn ‘omhulsel’ deze aarde zal verlaten. Ik dacht, dat het ze eigenlijk allemaal een beetje ‘worst’ was – begraven of cremeren – maar nu komt het kerkelijk gezag plotseling met verscherpte richtlijnen rond cremeren op de proppen. Wil ik mijn kansen op een hemels bestaan na mijn dood behouden, dan zal bij een keuze voor crematie, mijn as in ieder geval op of in gewijde aarde terecht moeten komen. Voor alle veiligheid dan toch maar nu al aan mijn nabestaanden duidelijk maken wát en hóe ik het wil? Strookt eigenlijk helemaal niet met mijn principe dat iemand niet over zijn eigen graf – of crematie …. – heen moet willen regeren. Maar wat wil Huub?!
Huub