‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
‘Mijn boodschap’
Premier Rutte hield verleden jaar op een congres van zijn partij een verhaal over de ‘grote dikke-ik-mentaliteit’ in ons land. Geen samenleving waarin iedereen maar denkt dat hij kan doen en laten wat hij zelf wil en recht heeft op allerlei voorzieningen. De waarden van’ hardwerkend Nederland’ moeten centraal staan.
Ik moet zeggen dat ik me aardig stoor aan dit soort ‘spierballentaal’. Wie behoort – volgens onze premier – tot die groep hardwerkenden? Met de waarden van die groep zit het wel goed. Op degenen, die daarbuiten vallen is dan blijkbaar van alles aan te merken…. Gehandicapten waarvoor geen plaats is op de ‘werkvloer’, of ouderen die ontslagen worden en niet meer ‘aan de bak’ komen. Mensen, die chronisch ziek aan bed of rolstoel gekluisterd zijn, of de ruim drie miljoen Nederlanders, die met pensioen zijn. Ook die mensen horen erbij, mijnheer Rutte!
En wat de premier bedoelde met participatiemaatschappij – woorden die hij enkele jaren geleden onze koning in de troonrede liet uitspreken – weten we intussen wel. “Landgenoten, als u oud en versleten bent, zoek het zelf maar uit, wij richten onze aandacht op hardwerkend Nederland”. Natuurlijk overdrijf ik, maar dat is soms nodig om de zaak scherp neer te zetten.
Als we in dit land fatsoenlijk met elkaar om willen gaan, ontkomen we er ook anno 2016 niet aan om oude begrippen als naastenliefde en solidariteit in praktijk te brengen. In een fatsoenlijke samenleving dienen mensen naar elkaar om te zien, betrokken te zijn met elkaar. Ongeacht of ze jong of oud zijn, arm of rijk, blank of met een kleurtje; hier geboren of hier naar toe moeten vluchten. Of anders gezegd: We leven niet voor onszelf, maar we zijn pas mens, als we ons medeverantwoordelijk voelen voor het welzijn van onze medemensen. Ik durf het hier nog wel scherper te zeggen: omzien naar elkaar en hulp geven aan mensen, die in de hoek zitten, waar steeds de klappen vallen is, naar mijn idee een basisplicht van ieder mens tijdens zijn verblijf op deze aardkloot.
“Wat zou het fijn zijn mijnheer Rutte, om dit soort woorden uit uw mond te horen en dat u deze – als u weer premier van dit land zou worden – in praktijk zou gaan brengen. Dit is mijn wens, mijnheer Rutte en daar moet u het mee doen!
P.S. U mag de naam van Mark Rutte – wat mij betreft – ook vervangen door een heleboel andere namen van politici, die in verkiezingstijd allemaal zeggen, dat ze het zo goed met ons voorhebben…
Huub