‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
Gezamenlijke column rond kerstmis
Welkom in ons kersthuis
Een jong gezinnetje, in volle verwachting van een baby’tje, is op de vlucht gedreven en klopt in nood aan voor een tijdelijk verblijf bij de herberg. Maar de boodschap aan hen is, dat het vol is. Gelukkig opent toch iemand zijn hart, en schenkt een verblijfplaats in zijn eigen schuurtje. Waar de belangrijkste elementen: warmte, geborgenheid en veiligheid aanwezig zijn. Het mensenkindje wordt geboren, en gelegd in een voederbak voor dieren, omdat iemand niet kribbig hun hulpvraag afwees.
Dat is het Kerstverhaal, oók voor 2015. In het huis van de Kerk, op school, en in onze eigen huizen zetten we een kerststalletje neer, en staan er even bij stil.
De kerk in de vernieuwde Dorpskern van Meijel is in deze dagen ook open om naar het kerstverhaal te komen luisteren, opgeluisterd door muziek, samen met alle kinderen van God (welke levenstijd ook); en op de middag van Kerstmis met de eigen gezinnen en families te komen kijken naar de stal, en bij de aangestoken lichtjes van lampjes en kaarsjes ons thuis te voelen.
Vrede, en alle goeds,
Roger
Mijmering rond ‘Kerst en Nieuw’
Ik denk dat we er rond deze tijd van het jaar allemaal wel in meer of mindere mate aan doen: de balans opmaken. Naast gezondheid gaat het er dan vooral om waar we staan in ons leven? Als persoon, familie en gemeenschap. Wat waren de fijne en wat de minder leuke dingen in het afgelopen jaar? Hebben we het samen een beetje kunnen vinden?
En als het gaat om de verwachtingen voor het nieuwe jaar komen vaak diezelfde zaken aan de orde. Met dien verstande dat we die toekomstige situatie – behoudens ziekte – vaak zelf enigszins mee kunnen/moeten beïnvloeden, zelf onze bijdrage kunnen/moeten leveren. In het meest kleine verband – ons gezin/familie – tot de grotere verbanden als de vereniging waarvan we lid zijn, de parochie waarvan we deel uitmaken en ga zo maar verder. Inderdaad ook verder. Want het kan en mag toch niet zo zijn dat we bijvoorbeeld tot mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld zeggen: “Zoek het zelf maar uit, op ons hoef je niet te rekenen”.
De ouderen onder ons herinneren zich ongetwijfeld nog dat lied uit ‘Het schaep met de vijf pooten’:
We Benne op de wereld om mekaar om mekaar te helpen, nietwaar. Om even later verder te gaan met ‘Mensen deelt tesamen brood, helpt elkander in de nood’ en Adèle, Leen en Piet eindigden met ‘In plaats van haat en nijd,vrijheid vrede en menselijkheid.
Onverlet de zorgen die we over dit soort ontwikkelingen mogen hebben, durf ik die houding ‘zoek het maar uit en vooral ergens anders’ hier best als onmenselijk en onchristelijk te betitelen.
Ik hoop dat we in 2016 samen deze houding mogen aannemen.
Huub
Ons dorp
Na 35 jaar in een meer stadse omgeving gewoond te hebben, blijf ik me nog steeds verwonderen in ons dorp. In positieve zin, wel te verstaan. Ons dorp kent nog zoiets als gemeenschapszin, betrokken zijn op elkaar. Het valt me bijvoorbeeld steeds weer op hoeveel dorpsgenoten aanwezig zijn bij een avondwake of uitvaart. En dat zijn heus niet alleen familie, buren en vrienden.
Die gemeenschapszin komt overigens ook tot uitdrukking als er iets te vieren valt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan kermis en carnaval. En kijkt u eens naar ons bloeiende verenigingsleven!
Ook in het alledaagse leven hebben mensen in een dorp – in óns dorp – nog tijd voor elkaar. We zeggen elkaar gedag op straat en maken met deze en gene een praatje in de supermarkt. En natuurlijk wordt er dan wel eens ‘iets verteld’ over een ander. Alleen al om die reden hoor je mensen in de stad vaker zeggen: “Ik zou nooit in een dorp willen wonen”. Ik durf dan – sinds ik weer terug ben in ons dorp – heel oprecht tegen die mensen te zeggen: “U weet echt niet wat u mist”.
Ook in 2016 geldt voor ons allen weer: ‘Méél’, er zijn met elkaar en vóór elkaar; het maakt ons samen ‘rijk’.
Die ‘rijkdom’ wens ik u en mij graag toe!
Mat