‘Vanuit de zijbeuk’

week 15-2025: (door Mat)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

Eenzaamheid

Iedereen kent ze wel in zijn of haar eigen omgeving. Mensen, die blij zijn als het werkzame leven er eindelijk op zit. Eindelijk volop tijd voor nieuwe dingen. Aandacht voor de kleinkinderen, nieuwe hobby’s of verre reizen. Noem het maar op. Het keuzepalet is voor hen vaak enorm groot. Waarschijnlijk kennen we echter allemaal ook wel het andere type. Mensen, die maar moeilijk een draai kunnen geven aan dat nieuwe leven en zich – om zeer uiteenlopende redenen – langzaam maar zeker van dat leven in de buitenwereld gaan afsluiten. Ja, zelfs de deur niet meer openen als er aangebeld wordt. En dan is daar nog die grote groep, die met het ouder worden –  langzaam maar zeker – vele van hun vertrouwde contacten zien wegvallen: broers, zussen, oud-collega’s, vrienden en buren. Als dan ook nog de mobiliteit minder wordt of zich andere gebreken aandienen, ligt ook bij deze categorie vereenzaming op de loer. Om dat te illustreren noem ik hier twee voorbeelden uit mijn eigen omgeving en zeg  daarna kort nog iets over me zelf.
Eerst is daar mijn oud-collega Piet en zijn vrouw Truce uit Maastricht. Beiden een drukke baan en zitten vol plannen voor de tijd als ze met pensioen zijn. Maar dan krijgt Piet een paar jaar voor zijn pensionering plots te maken met een heel progressieve vorm van parkinson en kunnen al die mooie plannen de prullenbak in. Lopen of staan is inmiddels niet meer mogelijk. Dat laatste geldt ook voor praten, of iets op de computer doen. Zijn stem is nauwelijks nog hoorbaar en zijn trillingen zijn zo sterk, dat het raken van de juiste toets op het toetsenbord puur toeval is. Inmiddels gaat hij drie dagen per week naar de dagopvang, omdat Truce,  die 24-uur zorg niet meer aankan. Jacqueline en ik blijven hun met enige regelmaat bezoeken. Aan de twinkeling in Piet zijn ogen, merken we, dat hij onze bezoekjes zeer waardeert.
In Sittard bezoeken we zo af en toe Frans,  oud-aalmoezenier van Sociale Werken en daarna nog een aantal jaren werkzaam als vicaris in ons bisdom. In mijn werkzame leven waren onze contacten best intensief. Frans is inmiddels de 90 gepasseerd en zijn huisgenote Mar hoopt volgend jaar zelfs 100 te worden. Voor beiden wordt de wereld alsmaar kleiner. Mar schuifelt in huis rond met haar rollator en Frans is bij elke stap die hij zet, aangewezen op zijn stok. Hun leefwereld is inmiddels erg klein geworden en de contacten met de ‘buitenwereld worden alsmaar minder. Beiden zijn afkomstig uit een groot gezin, maar Frans is inmiddels de enige die nog over is van de Vroemen’s en Mar heeft nog één zus, die in een zorgcentrum verblijft. Ook vrienden en bekenden zijn voor een belangrijk deel inmiddels weggevallen. Van zijn drukke sociale leven van vroeger is bij Frans niets meer over. Op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen is ook al moeilijk. Beiden zien inmiddels erg slecht, waardoor lezen of TV kijken, maar zeer beperkt lukt. We merken aan alles, dat beiden onze bezoekjes zeer waarderen.
De eerlijkheid gebied me om te zeggen, dat ook ik aan het inboeten ben. Na mijn herseninfarct van enkele jaren terug, moet ik – bij alles wat ik doe – heel sterk de concentratie vasthouden, hetgeen behoorlijk vermoeiend is. Me bewegen in een groter gezelschap is moeilijk, omdat verstaanbaar horen een fors probleem is geworden. Geluid in overvloed, maar het is nauwelijks meer  te ontcijferen.
Maar als Jacqueline en ik ons dan vergelijken  met Piet en Truce en Frans en Mar, dan mogen we constateren, dat het leven ons nog vele dagen in het jaar toelacht!
En dat maakt dat leven nog steeds zeer de moeite waard!

Mat

loader