‘Vanuit de zijbeuk’

week 01-2025: (door Mat)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

Wensenlijstje

Buiten mijn kinderjaren ben ik eigenlijk nooit iemand geweest van de ‘wensenlijstjes’.
In mijn kinderjaren kende ik er echter ook best wat van. Ik omschreef vrij nauwkeurig het ‘hoe en wat’ van hetgeen ik wenste. Zo herinner ik me uit het jaar van de overgang van ‘geloven of niet geloven in de Sint’, dat ik graag een tas wilde hebben om papieren op te bergen. De omschrijving luidde: ‘Een tas als ‘Boumans-Sjang heeft met zo’n lange band eraan, die je om je nek kunt dragen’. Ter verduidelijking: Boumans-Sjang kwam maandelijks de ziekenfondspremie bij de mensen innen en liet dan een bewijs achter, dat de premie over die maand betaald was. Die handeling – geld incasseren en een bewijs van betaling achterlaten – vond ik heel interessant. Zo interessant, dat ik later ‘Boumans-Sjang’ wilde worden! En dan kon ik natuurlijk niet vroeg genoeg beginnen met te zorgen, dat ik een tas zoals ‘Sjang’zou krijgen. Het vervolg op dat wensbriefje was voor mij helemaal mooi, al speelde het zich wel pas een maandje later af.  Mijn moeder vertelde mijn wens lachend door aan Sjang, toen deze de eerstvolgende keer bij ons kwam. “Oh”, zei Sjang “daar kan ik hem wel aan helpen. Ik heb nog zo’, ouwe tas op zolder liggen en die breng ik de volgende keer wel mee.” En zo geschiedde. Ik heb daarna dagenlang na schooltijd, zo trots als een pauw, rondgelopen met een échte ‘Boumans-Sjang’ om mijn nek en heb deze nog jarenlang bewaard.
Terug nu naar de wensenlijstjes, waamee ik me buiten die kinderjaren eigenlijk nooit  heb bezig gehouden. Serieuze, buitensporige wensen hebben we beiden nooit gehad en noodzakelijke aanschaffingen en vakantiebestemmingen bepaalden we altijd in gezamenlijk overleg. We zijn eigenlijk beiden altijd heel tevreden geweest over het leven, zoals we dat samen hebben kunnen leiden. Voor mij kwam daar nog eens duidelijk bovenop, dat Jacqueline me altijd de volle ruimte heeft geboden in mijn werk, dat haar overigens wel beperkingen oplegde. Mijn werk vroeg namelijk aanmerkelijk meer dan de gebruikelijke 40 uren, die in die tijd golden. En daar hebben we nooit woorden over gehad!
Nu we in de laatste fase van ons leven zitten, spreken we naar elkaar vaker wel een wens uit. De wens om samen nog enkele jaren in een redelijke gezondheid bij elkaar te kunnen zijn en dat – als we dan toch het einde voelen naderen – er geen zware strijd meer gestreden hoeft te worden. Met een lach zeg ik wel eens tegen Jacqueline: “Ik wens me eigenlijk zo’n dood zoals die van oud-premier Dries van Agt begin dit jaar. Hand in hand met zijn geliefde Eugenie dit aardse leven vaarwel zeggen! Om het helemaal compleet te maken, zou het dan helemaal mooi zijn, als we dan – net zoals ‘onze Wiel’ vorig jaar deed – als laatste samen nog een glas wijn zouden kunnen drinken – met enkele mensen, die we moeten achterlaten. Ja, voor zover je over een ‘mooie dood’ kunt spreken, lijkt me dit ‘best aardig’.

En die goede gezondheid voor de komende jaren wens ik u allen heel graag toe!

Mat

0

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

loader