week 51-2024: (door Mat)
‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Het zalige feest, dat Kerstmis heet.
Ik blijf nog steeds nieuwsgierig naar dingen, die komen gaan, al roepen die tegelijkertijd ook vaak herinneringen uit mijn jeugdjaren op. Kerstmis is daar een mooi voorbeeld van. Kerstmis – zoals we hettegenwoordig kennen – heeft steeds minder van doen met dat kerkelijke feest van vroeger. Waar mensen elkaar een zalig Kerstfeest en een zalig Nieuwjaar toewensten in de betekenis van het eeuwig heil bij God, houden de meesten van ons het tegenwoordig bij prettige of fijne feestdagen. De jeugd kent het woord zalig tegenwoordig hooguit in de betekenis van zalig eten en drinken.
Maar ook veel andere zaken rond Kerstmis zijn sterk veranderd en roept bij vele mensen niets meer op, dat doet denken aan de geboorte van Christus. Het heeft nu alles te maken met commercie, glitter en glamour. Dat laatste dan vooral in de betekenis van ‘schone schijn. Vroeger vergaapten we ons als kind in de kerk bij de kerststal met zijn levensgrote beelden en de ja-knikkende engel’, als je er een muntje inwierp. Al kun je bij die engel misschien ook denken aan een tikkeltje ‘kerkelijke commercie’. Nu vallen al weken van te voren vooral de prachtige kerstverlichting in de winkelstraten op en de gigantische – in het licht badende kerstbomen – op de pleinen.
En in huis is het al niet veel anders. Waar nu de (vaak dure) kerstboom rijkelijk wordt opgetuigd met schitterende ballen en lange slingers van lichtjes, haalde mijn vader vroeger een paar dagen voor Kerstmis uit het bos vlak bij onze boerderij een kleine dennenboom binnen. Het boompje werd door moeder opgesierd met wat kleine, eenvoudige kerstballen (die vele jaren meegingen) en enkele kleine kaarsjes, die met zo’n knijper op de takjes bevestigd werden. De kaarsjes werden maar heel beperkt aangestoken, want die moesten ook nog Nieuwjaar halen. De grootste lekkernij vormden de kerstkransjes, die in de boom hingen. Voor die laatste gold echter vooral: “Daar mag je alleen maar naar kijken, maar aankomen niet …”
En onder die kerstboom geen cadeaus, maar een klein kerststalletje, met daarin het kerstgroepje, waar we bij wegdroomden. Het stalletje met ‘inhoud’ verdween eerst na Driekoningen weer naar de zolder. Op die dag moesten immers Melchior, Caspar en de zwarte koning Balthasar nog hun opwachting maken bij het kindje Jezus.
De kerstmaaltijd, die moeder op tafel toverde, was zeer eenvoudig te noemen als je het vergelijkt met wat tegenwoordig op tafel verschijnt: thuis of bij het chique kerstdiner in het restaurant.
Maar toch….Wat was het bij de snorrende kachel met die dagen gezellig in de kleine woonkamer. We speelden met het eenvoudige speelgoed, dat we met Sinterklaas hadden gekregen of kleurden in het kleurboek, dat standaard deel uitmaakte van de Sinterklaascadeautjes. En natuurlijk werden er ’s avonds bij het stalletje kerstliedjes gezongen. En hoewel dat in de praktijk natuurlijk niet altijd zo was, combineer ik die zalige herinneringen aan Kerstmis van vroeger graag nog met een mooi pak versgevallen sneeuw. Het plaatje kan niet mooier zijn.
Waar ik nu met Kerstmis echter vooral naar uitzie? Naar ‘Vrede op aarde’ !
Ik wens u allen een zalig Kerstfeest !
Mat
Fien
Mooi verhaal