‘Vanuit de zijbeuk’

week 38-2024: (door Mat)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

Dementie

Als regel probeer ik in mijn columns dicht mij mezelf te blijven. Bij eigen ervaringen uit heden en verleden. Ook laat ik me zo nu en dan uit over gebeurtenissen in de wereld van politiek, kerk en sport. Praktisch altijd voel ik me  op de een of andere manier  emotioneel betrokken bij de thema’s, die ik aanroer.
Ditmaal wil ik even stilstaan bij een onderwerp, dat me steeds weer raakt en waar velen van ons vroeg of laat in de eigen familie- of vriendenkring mee te maken krijgen: dementie. En wel bij iemand, die ons na aan het hart ligt. Ik noem hier twee voorbeelden. Het eerste ligt alweer een tijdje achter me, het tweede is nog steeds actueel.
Met Pierre – pastoraal werker in Zuid-Limburg – werkte ik een aantal jaren heel nauw samen in een adviescommissie van de FNV inzake de invloed, die levensbeschouwing kan/moet hebben op het vakbondswerk. Pierre was secretaris en ik voorzitter van genoemde commissie. Hij was scherp in het formuleren van zaken, maar liet ook altijd ruimte voor andere opvattingen. Hij was een meester in het leggen van verbindingen, die de vaak moeilijke discussies verder hielpen. Een pracht kerel! Na zijn pensionering verhuisden Pierre en zijn wederhelft naar Midden-Limburg en werd daar een van de drijvende krachten achter de Roermondse Jongerenkerk. En toen sloeg vrij plotseling het noodlot toe. Pierre kreeg Alzheimer en veranderde in rap tempo volledig van karakter. De man, die werkelijk geen vlieg kwaad deed, raakte sterk in zichzelf gekeerd, maar kon om het minste of geringste plotseling ook gaan vloeken en schelden. Vooral zijn lieve Miny moest het daarbij ontgelden. Voor haar was het ‘verdriet in het kwadraat’ ! Een paar jaar later namen we in een bomvolle Jongerenkerk afscheid van Pierre.
En dan is daar Joep, met wie we  in 1979 – vrij  snel na onze verhuizing naar Geleen – bevriend raakten. Joep was pastoor in de van Arsparochie in de wijk, waar wij woonden. En die vriendschap werd in de loop der jaren alleen maar hechter. Ook toen hij vervolgens pastoor werd in Melick en daarna Born en na zijn emeritaat in Nieuwstadt ging wonen. De laatste jaren zagen we ‘onze Joep’ veranderen al bleef hij de regelmatige ontmoetingen van onze vriendengroep zeer waarderen. De Joep, die we van meet af aan leerden kennen als iemand met een stevige inbreng in onze gesprekken, werd steeds meer een luisterende Joep. Zo trachtte hij – voor ons gevoel – te verbergen dat hij langzaam maar zeker ‘het pad’ kwijt raakte. Dat pad raakte hij op een gegeven moment letterlijk kwijt en maakte in het halfduister een lelijke val, die hem in het ziekenhuis deed belanden. Al snel werd duidelijk, dat zelfstandig wonen niet langer een optie was. Hij werd opgenomen in een  zorgcentrum, waarna al vrij snel een kamer op de gesloten afdeling volgde. Hij bezorgde daar nogal wat overlast. Niet begrijpend waarom hij niet naar huis mocht, bonsde hij met de regelmaat van de klok op al die deuren, die vanaf dat moment voor hem gesloten bleven. Medicijnen brachten hem tot rust en het lijkt nu alsof hij in de situatie berust.
Wat hij blijkbaar nog steeds waardeert, zijn de contacten met onze vriendengroep. Wij hebben kunnen regelen, dat we zo af en toe gezamenlijk kunnen lunchen in het restaurant van het zorgcentrum en we zien hem daar zichtbaar van genieten. De vriendengroep heeft zich voorgenomen dit te blijven doen, zolang dit mogelijk is. Een beetje licht brengen in het ‘verduisterd leven’ van iemand, die er om bekend stond, dat niets hem te veel was om licht te brengen in de donkere dagen van anderen.

Mat

loader