‘Vanuit de zijbeuk’

week 40-2023: (door Mat)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

Herinneringen aan vroeger

Ik zit in een paar clubjes van oud-collega’s, die elkaar een paar maal per  jaar ontmoeten. Naast het genieten van een hapje en drankje komen in de gesprekken natuurlijk regelmatig zaken aan de orde, die bepalend waren in een bepaalde periode van ons vakbondswerk. In het ‘Limburgse clubje’ zijn dat vaak zaken, die met het mijnverleden te maken hebben. Maar ook de wijze waarop oud-collega’s zaken soms aanpakten, blijft niet onbesproken en leidt ook nu nog vaker tot hilariteit.

Was verkeerde val Lange Jan symbolisch?
Vrij snel na de sluiting van de mijnen werden terreinen en gebouwen behorend tot de mijnindustrie gesaneerd om plaats te maken voor industrieterreinen en woningbouw. Onder andere twee hoge schoorstenen – de Lange Jan (135 m) en de Lange Lies (155 m) – moesten eraan geloven. Ooit dé symbolen voor een industrie, die welvaart bracht in de mijnstreek. Duizenden mensen kwamen in augustus 1976 op het spektakel af. Op 16 augustus werd Lange Lies met succes neergehaald en op 21 augustus was het de beurt aan Lange Jan. Bij ‘Jan’ ging het echter grondig mis. Er ontstond grote consternatie toen ‘Jan’ helemaal de verkeerde kant op viel en een groot – gelukkig leegstaand – gebouw ‘doorkliefde’.Door velen werd het nog jarenlang gezien als de voorbode van hoe verkeerd het in deze streek zou gaan lopen na de sluiting van de mijnindustrie.

‘Koempel’ niet meer in functie
Met de sluiting van die mijnen hield ook de functie van  ‘koempel’ – de benaming voor de ondergrondse mijnwerker – op te bestaan, al leeft hij nog wel voort in de herinnering van zijn kinderen . Kinderen, die best weten hoe dit ‘koempelleven’ ook hun toekomst vaker beïnvloed heeft. De koempel wordt herinnerd als de harde zwoeger met zwartomrande ogen en een bleke gelaatskleur. En  velen herinneren hem uit de periode daarna als de naar adem snakkende gepensioneerde, die vanwege stoflongen aan het zuurstofapparaat gebonden was. De mijnen gingen dicht, de koempel bleef achter met zijn herinneringen en zijn silicose …

De olifant van Jaap
Amsterdammer Jaap Hajenius – jarenlang in Limburg actief als bestuurder van de  metaalbond Sint Eloy – wist in elke situatie, waarin hij terecht kwam, wel een toepasselijke grap te vertellen. Zo nam Jaap – tijdens de zoveelste schorsing bij een CAO-onderhandeling in een groot Limburgs bedrijf de directeur – een ingenieur – even terzijde voor een ‘privévraag’.”Natuurlijk mijnheer Hajenius, gaat u gang”. Jaap daarop: “Ik heb thuis een spoorbiels liggen, waar in de lengterichting een gat in geboord moet worden en bovenin een aantal gaten, die daar weer op uitkomen. De directeur wil blijk geven van zijn technische kennis en gaat in een uitvoerig betoog diep in op de vraag en eindigt zijn verhaal met een wedervraag. “Mijnheer Hajenius, wat wilt u in Godsnaam met die biels gaan doen?” Jaap daarop: “God heb ik zondag in de kerk het vraagstuk ook al voorgelegd, maar daar ben ik op dit punt niet veel wijzer van geworden. Het zit zo. Ik heb sinds kort  thuis een olifant en ik ben bang, dat deze zich gaat vervelen, omdat ik door al die moeizame onderhandelingen met u en uw collega’s in deze regio nauwelijks meer thuis kom. Om die verveling tegen te gaan, wil ik hem leren om blokfluit te spelen, maar vind maar eens een passende blokfluit voor zo’n beest !”

Mat

loader