week 32-2022: (door Mat)
‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Bijzondere ontmoetingen
Het deelnemen aan de Fietsvierdaagse is – om meerdere redenen – een aangename bezigheid. Zo bieden de vele controle- en rustpunten elk jaar weer gelegenheid tot velerlei ontmoetingen. Ook ‘en route’ is dat het geval. Zo fietsten Jacqueline en ik een paar jaar na onze terugkeer van Geleen naar Meijel een groepje fietsers voorbij, dat een wat lager tempo erop na hield dan wij. Hoorde ik opeens iemand uit het groepje roepen: “Hoi Mat, nog altijd even veel haast, zie ik. “ Kijk ik in het lachende gezicht van de penningmeester van onze Pastoor van Ars parochie in Geleen. Hij en zijn vrouw bleken met een vriendengroepje al jaren mee te doen aan de Meijelse Vierdaagse. Voordat we weer ons eigen tempo vervolgden, spraken we af, dat we elkaar op het eindpunt bij d’n Binger zouden ontmoeten om bij te praten en samen een glas te drinken. Die ontmoeting aan het einde van de eerste dag van de Fietsvierdaagse hebben we er samen ‘ingehouden’, tot hij enkele jaren later plotseling ernstig ziek werd.
Dit jaar bracht de vrijdagroute ons – bij prachtig fietsweer – door de Heldense Bossen naar Baarlo. Vlak voor het verlaten van het bos maakten we bij een paar ‘schaduwrijke bankjes’ nog even een tussenstop voor een slok water en wat fruit. Komt er op dat moment vanuit Baarlo een stel aangelopen, dat vraagt of ze er even bij mogen komen zitten. Uiteraard mag dat en al gauw komen zij – de wandelaars – en wij – de fietsers – met elkaar aan de praat. Zo meldt Jacqueline, dat we een nichtje in ‘Baolder’ hebben wonen, getrouwd met ene Harrie Bouten. Laat die Harrie nu toevallig een neef zijn van haar. Het wemelt in dit dorp overigens van de ‘Boutense’. Ook de ‘Méélse tak’ komt hier vandaan, zo krijgen we te horen. De opmerking dat de ‘Boutense’ hier aan de rand van de Peel de beschaving hebben gebracht, gaat natuurlijk te ver. ‘Als we ze terug mogen sturen, willen we daarvoor best royaal de beurs trekken’ dien ik hun van repliek. Ja, beide partijen houden wel van een partijtje ‘elleboog drukken’ en… gelukkig ook van lachen!
We vervolgen met de ‘wetenswaardigheid’, dat de genoemde Mariet zowel een nichtje is van Jacqueline en Nell als van mij: de moeder van Jacqueline en Nell is een zus van de vader van Mariet en de moeder van Mariet is een zus van mijn moeder. Ik voeg dat maar even toe om mogelijk verkeerde gedachten de kop in te drukken. De familiebanden binnen de Baarlose ‘Bouten-clan’ laten we onbesproken. Vervolgens blijkt hij – net als ik ook nog een ‘Janssen’ te zijn. We kunnen geen directe familieband ontdekken, maar je weet maar nooit. Als een van ons beiden een spoor ontdekt, zullen we dat bij onze contactpersoon Mariet melden. Om mij terug te pakken, wil hij nog wel even gezegd hebben, dat hij – in dat geval – overweegt een naamsverandering aan te vragen. Daar wil hij op zijn beurt wel weer wat eurootjes voor op tafel leggen…
Even later vervolgen, zowel zij als wij – met tranen in de ogen van het lachen – onze weg: zij het wandelpad richting Helden, wij ons fietspad naar Baarlo, het prachtige Maasdorp van nichtje Mariet en haar Harrie.
Mat
Tina, Sepp, Gerdy, Desirée, Nathalie en fam.
Piet, Dennis, Marjan, Finn en Sett heel veel sterkte met het verlies van David, we zijn oprecht blij dat we David mochten kennen, hij blijft in onze gedachten.