‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
Maar dit terzijde.
Ik word ondergedompeld in een kakofonie van geluid. In veel verschillende talen: Het is het Pinksterweekend. Ik hoor iets dat op Maleis lijkt, Pools en Engels. En ik hoor iemand zeggen: ‘Ik bel je drek trug. Ja, de trein het vertraging. Ze mosten eerst nog de machinist zoeken’. Het lijkt me dat ze de machinist juist moesten vinden, maar het was waar. Het was zojuist ook omgeroepen, door de stations-installatie, in een soort vriendelijke computerstem. Ik verval weer in gepeins. Taal is raar. Je geeft in Engeland iets aan iemand, die jou daarvoor bedankt, en jij zegt: “Je bent welkom” (‘You are welcome’). In het Frans zeg je dan: “Het is niets” (‘Ce n’est rien’). Nee, nou wordt ie mooi: je doet moeite, je geeft iets, misschien wel iets heel duurs, of voor jou persoonlijk kostbaar, en dan roept de ander er achter aan, dat het niks is. Nog zo’n mooie, als je iets geeft: In het Engels zeg je: “Hier ben je” (‘Here You are’). Heel vreemd. Natuurlijk, is de ander er, een overbodige constatering dus. Maar dit terzijde.
Dat vind ik, trouwens, nog een van de mooiste uitdrukkingen in onze taal. Maar dit terzijde..
Roger