‘Vanuit de zijbeuk’

week 32-2021: De hut van Mie Pils  (door Mat)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend door enkele mensen – betrokken bij onze parochie – wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in eigen dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

Menig ‘plezierfietser’ zal het kunnen beamen. Als je in de loop der jaren vaak dezelfde routes neemt, krijgen die zo hun eigen kenmerken. Routes met veel, of juist weinig bankjes Routes, die je grotendeels door de open velden voeren, of juist aardig wat kilometers door de bossen. Routes waarop – vooral op de zondagmorgen- flink wat wielrenners je pad kruisen, of routes die juist ook bij wandelaars geliefd zijn. Zo heb je ook routes, waarlangs vele uitnodigende terrasjes te vinden zijn en andere waarop ze zo dun gezaaid zijn, dat het verstandig is een flesje water en een boterhammetje in de fietstas te stoppen. En kenners zullen het met me eens zijn: ook die terrasjes hebben zo hun eigen kenmerken. Terrassen langs een drukke verkeersweg of vlak bij een rotonde, waar het toch prettig toeven is. Een heel enkele keer kan het gebeuren dat je aanlegt bij een terras, waar het lijkt of het bedienend personeel op deze mooie dag ook maar is gaan fietsen. Je moet er een engelengeduld hebben, om aan een drankje te komen. Zo heb je ook terrassen met een heel beperkt aanbod aan eten en drinken en anderen, waar je een keus kunt maken uit wel twintig verschillende soorten biertjes en een nog groter aantal lunchhapjes. Geweldig vind ik de heel enkele route waaraan zo’n heel klein, intiem terrasje onder een paar dikke bomen ligt. Pech heb je dan weer, als dat terrasje tot de laatste plaats bezet is.
Het meest bijzondere terras, dat Jacqueline en ik ooit heb aangedaan, is te vinden bij onze Brabantse buren. Tijdens een fietstocht over de Strabrechtse- en Leenderheide, maakten we op een kruispunt van fietsroutes en wandelpaden een stop bij ‘De hut van Mie Pils’. Mie Peels dreef daar tot haar dood een bruin café met een alsmaar meer uitdijend terras. Op een dag timmerden enkele stamgasten een groot bord op haar café met de aan Mie opgedragen naam: ‘de hut van Mie Pils’ en dat zal ook wel altijd zo blijven. ‘Mie Pils’ is in de loop der jaren immers een ijzersterk merk geworden, dat iedere uitbater graag zo laat. Het terras wordt – toen wij er waren – bevolkt door een zeer uiteenlopend publiek: mountainbikers en hardlopers, wandelaars en ‘mooi-weer-fietsers’ zoals wij en jonge gezinnetjes, die er verpozen tijdens hun boswandeling. Maar dit idyllisch plekje is – als je het weet – ook met de auto bereikbaar.
Terwijl we daar genieten van ons drankje, stappen een paar ‘stadse dames op hun zondags’ uit hun open cabriolet en komen– met de pumps in de handen – op blote voeten door het rulle zand richting terras. Een van de dames is – zo blijkt – wel heel goed op dat rulle zand voorbereid. Als ze heeft plaatsgenomen, tovert ze uit haar sjieke handtas een doekje tevoorschijn waarmee ze haar voetjes afstoft, die het volgend moment omsloten worden door de hoge pumps.
Een paar tafeltjes verder heeft zich een man – type XXL – genesteld, vergezeld door zijn  vrouw, formaat ‘extra small’. De terrasstoel is voor hem eigenlijk te smal en in die van de wederhelft is nog wel plaats voor iemand met haar postuur. De bediening zet voor haar een ‘spaatje blauw’ op tafel en voor hem een grote punt slagroomgebak, vergezeld van een stevige ‘Westmalle Tripel’. Zij heeft pas enkele keren aan haar watertje genipt, als de spiedende ogen van ‘XXL’ alweer op zoek zijn naar iemand van de bediening. Gebaksbord en fles beiden leeg en het lichaam vraagt om meer…
Ja, ja, als je een beetje oog hebt voor details, valt daar op het terras van Mie zaliger aardig wat te genieten. En als er een Hemel is, waar we na ons aardse leven mogen verblijven, dan zou daar een mooi bruin café niet misstaan. Met – als het even kan – Mie Pils achter de tapkast !

Mat

loader