week 29-2021: Gemeenschapszin (door Mat)
‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend door enkele mensen – betrokken bij onze parochie – wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in eigen dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Ik heb het op deze plek al eens vaker gehad over gemeenschapszin en dat niet alleen rond Vastelaovend. Al wil ik hier niet verhullen dat – naar mijn idee – de wijze waarop in ons dorp dit feest gevierd wordt, die gemeenschapszin prachtig tot uitdrukking komt. Het zou echter wel heel erg magertjes zijn, als het tot die dagen beperkt bleef. Als we er oog voor hebben, zijn er praktisch dagelijks mooie voorbeeldjes van te zien. Alleen al om het bloeiende verenigingsleven in dit dorp in stand te houden zijn honderden mannen en vrouwen actief. Week in week uit, zomer en winter.
En worden er bijzondere prestaties geleverd – ik denk bijvoorbeeld aan het winnen van het OLS – dan loopt het hele dorp uit om ‘haar gladiatoren’ een onvergetelijk welkom te bereiden. En ik verzeker u, dat als volgend jaar ‘de gruun’ eindelijk hun OLS kunnen organiseren, die betrokkenheid opnieuw massaal getoond gaat worden. En als de organisatie van het driejaarlijks Oogstdankfeest een beroep doet op ‘helpende handjes’, dan gebeurt dat nooit tevergeefs. En voor het eindresultaat bestaat maar één woord: fantastisch !
Die gemeenschapszin komt ook tot uitdrukking in allerlei kleine verbanden. Ouderen, die mogen rekenen op aandacht en een helpende hand van buren. Maar ook ouderen onderling – in bijv. een appartementencomplex – die in de goede betekenis van het woord ‘een beetje op elkaar letten’. Of jonge moeders, die bij ziekte van de buurvrouw haar kinderen na schooltijd opvangen. Of neem Els – de vroegere ‘sjooljuf’ – die heel trouw steeds weer de taal- en schrijffouten uit de stukjes van deze columnist haalt. Al deze helpende handen en dat beetje extra aandacht, dragen bij aan het ‘welbevinden’ van die ander. Het draagt naar mijn vaste overtuiging bij aan het Peelgeluk van zowel ‘de ontvanger’ als ‘de gever’. En het gebeurt als regel allemaal heel spontaan. Soms gaat er ook wel een klein ‘motortje’ achter schuil. Een mooi voorbeeld van dit laatste zien we in de Alexanderhof. Daar wordt dat ‘motorblokje’ gevormd door Co van Kaarle Graad en Irm van Joppe Piet. Er is binnen een leuk hoekje gemaakt, waar bewoners samen koffie kunnen drinken en ‘zomaar wat zwetsen met elkaar’, zoals ze zelf zeggen. En onlangs is er zelfs een ‘buitengebeuren ‘gecreëerd. En grote ‘hoeksteen’ van onze in ’45 verwoeste kathedraal’ heeft hier een nieuwe bestemming gekregen en doet nu dienst als tafel. Twee ‘hufterproof’ banken – geplaatst dor de gemeente – completeren de zithoek. Ik kwam er toevallig langs toen heel professioneel – onder toeziend oog van Co – het naamplaatje werd bevestigd: Alexander Huukske. Er zit daar in Alexanderhof – en ik geloof Co op zijn woord – bijzonder veel ‘denkkracht’ bij elkaar. Zo hebben ze met ’t Kievelmènneke, dat daar vlakbij staat, afgesproken, dat deze ‘s nachts hun ‘Huukske’ een beetje in de gaten houdt. Als tegenprestatie zorgen die van ‘de Hof’, dat er met de ‘Vastelaovesdaag’ geen verkeerde dingen met ’t mènneke’ kunnen gebeuren. Slimme deals dus. Het Peelgeluk ligt daar bij ‘t ‘Alexander Huukske’ praktisch voor het oprapen!
Mat