‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend door enkele mensen – betrokken bij onze parochie – wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in eigen dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Een vreemde Pasen…
Er was dit jaar – ondanks het prachtige weer – weinig reden om elkaar zalige, fijne of vrolijke Paasdagen toe te wensen. De wereld verkeert eerder in een rouwstemming. In ziekenhuizen, zorgcentra en huisartsenpraktijken, wordt al enkele weken koortsachtig gewerkt om zoveel mogelijk mensen, die getroffen worden door het coronavirus, bij te staan. En ondanks dat, vallen er slachtoffers bij de vleet. In Italië en Spanje kunnen de begraafplaatsen en crematoria de toestroom niet aan. Ook het beeld van die Spaanse priester blijft me bij. Op één dag ziet hij maar liefst veertig gestorvenen ‘voorbijkomen’, die de laatste zegen van hem ontvangen. En de reporter sloot het item af met: “Morgen wacht de Padre opnieuw eenzelfde aantal….”
Pleinen, recreatieparken, stranden en natuurgebieden lagen er de voorbije Pasen – ondanks het prachtige weer – nagenoeg verlaten bij. Overal gold het parool: ’binnen blijven en ga je toch naar buiten, houd je aan ‘de anderhalve meter’. En waar voorgaande jaren de kerken vol zaten, droegen priesters nu de H. Mis op voor een volstrekt lege kerk. Dat gold ook voor de Paasdiensten die op TV werden uitgezonden, zoals die vanuit de Munsterkerk in Roermond , waarin bisschop Harrie voorging.
Ja, ook het hart van de katholiek kerk – de Sint Pieter in Rome – vertoonde deze aanblik. Waar andere jaren tienduizenden gelovigen zich verzamelden op het Sint Pietersplein als de Paus daar de Paasmis opdroeg en de zegen Urbi et Orbi uitsprak, deed hij dat nu vanuit een nagenoeg lege basiliek. En het had op deze warme Paasmorgen zo mooi kunnen zijn op dat zonovergoten plein met die schitterende bloemarrangementen van Nederlandse makelij.
Veertien dagen eerder had Franciscus op datzelfde plein overigens ook al een bijzonder Urbi et Orbi uitgesproken. Die dag stond hij daar – in de druilerige regen – moederziel alleen op dat grote, totaal uitgestorven plein. Hij smeekte God een einde te maken aan deze verschrikkelijke pandemie. En met een monstrans – met daarin Christus in de gedaante van een geconsacreerde hostie – leek het of hij Christus zelf de gebroken stad en de wereld daarachter liet zegenen. Ongetwijfeld zullen mensen van over de hele wereld er troost bij gevonden hebben.
1e Paasdag kwam hij – nu vanuit een nagenoeg geheel verlaten basiliek – met de oproep tot een gemeenschappelijke aanpak om deze crisis te beteugelen. Na de troostrijke zegen van 27 maart, zal zijn ‘Paaszegen’ door velen ervaren zijn als een boodschap van hoop.
Wie weet: Pasen 2020, de kentering in de coronapandemie?
Mat