‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend door enkele mensen – betrokken bij onze parochie – wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in eigen dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Goede voornemens
Zo goed en zo kwaad als het gaat, omarmt een man voor mij bij de kassa de spullen die hij zojuist heeft aangeschaft, in de drogisterij. En klemt ze stevig tegen zijn buik en kin. Luid mopperend, verlaat hij de winkel.
Hij is het duidelijk oneens met de gang van zaken. Ondertussen verontschuldigt de caissière zich, met een rood hoofd: ‘Meneer wilde een gratis plastic tasje. Dat mag niet meer. Maar hij had er toch gewoon nog eentje kunnen kópen?’
Ik vind het zo gek nog niet, dat het ‘gratis-plastic tasje-erbij’ definitief is afgeschaft. Bij me thuis – en vast niet bij mij alleen – hangt een hele grote plastic tas, bomvol kleinere plastic tasjes. Zodra er een zakje, voor het één of andere goede doel, uit verdwijnt werd de voorraad weer aangevuld met een plastic tas van een nieuwe aankoop.
Intussen heb ik géén idee waar al die tassen die ik ooit heb gehad, op dit moment circuleren. Het zou zomaar kunnen zijn, dat ze in de grote ‘Plastic Soep’ op zee drijven. De gedachte daaraan, is niet veel soeps.
Daarom geef ik de caissière, en de Overheid, grif gelijk. Je moet al dat plastic gewoonweg niet meer willen krijgen, sterker, zelfs niet meer willen kópen.
Ook al staat op de Rode drogist-tas cryptisch geschreven: ‘ Deze zak, is Groen ’.
Daarom heb ik een tijdje geleden een keurig vouwtasje aangeschaft. Want het past met gemak, in je jaszak. Eerlijk gezegd was ik zelf niet zo bijdehand, maar werd ik er door de situatie toe gedwongen. In de winkel waar ik wat extra warme winterspullen had gekocht, verstrekte en verkocht men ook al geen gratis tassen meer. Een alternatief zag ik niet; ik had geen tas bij me, en kon toch moeilijk met dat ‘gerei’ over straat in het buurdorp lopen.
Vandaar dat ik zo’n vouwtasje, inclusief reclame van de textielwinkel met die trouwe zeeman erop, kocht: de milieuvriendelijke, herbruikbare vervanger van de bekende geel/blauwe ‘matrozen’ plastic zak.
Terwijl ik tegen de caissière van de drogisterij –enthousiast én in geuren en kleuren- mijn pleidooi Vóór de vouwtas afsteek, rommel ik tegelijkertijd verwoed in de jaszak, opzoek naar het bewuste gevalletje. Dat ik, tenminste dat dacht ik, altíjd in de tas heb. Maar hóe ik ook grabbel, het blauwe propje, met de tekening van de matroos erop, komt niet “boven water”. Natuurlijk ben ik glad vergeten het na een vorig gebruik weer op te vouwen en terug te stoppen.
‘Eh.. doe er toch maar – een tasje bij’. Fluister ik beschaamd, terwijl ik enkele eurocenten op de toonbank neerleg. Mijn aankopen prop ik snel in het betaalde plastic tasje, en ik maak dat ik met een ‘rood’ hoofd uit de gelijk kleurige drogist kom.
Ik ben hem nog niet weer tegengekomen, maar eigenlijk had ik hetzelfde moeten doen als de luid mopperende meneer. Alleen dan schuldbewust, en zonder klagen: spullen onder de armen en kin.
In plaat daarvan, heb ik mijn splinternieuwe Goede voornemens meteen weer om zeep geholpen. Door het met een paar centen af te kopen. Direct neem ik me voor, om dát nooit meer te doen.
Als je me dus binnenkort met een stapel spullen onder de arm ziet sjouwen, weet je dat het me eventjes weer niet gelukt is met die vouwtas. Maar je moet iets over hebben voor het milieu én voor de gemaakte goede voornemens, toch?!
Roger