‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
Ommekeer
Sinds mijn pensionering ben ik – als het even kan – een vaste luisteraar van het acht-uur-journaal. En ’s morgens bij de koffie kan ik niet zonder mijn krant. Elke dag zijn er dan wel extra dingen die mijn aandacht trekken. Dat ik met mijn oren sta te klapperen van een nieuwsbericht, gebeurt overigens maar zelden. Maar een paar weken geleden was het weer eens zo ver. “Voormalig PVV-Kamerlid Joram van Klaveren bekeert zich tot de Islam.” Een scherpere draai leek me nauwelijks mogelijk. En toch. Als je het nader beschouwt, is het minder opmerkelijk. De fervente Islam-criticus had besloten een kritisch boek te gaan schrijven over die vermaledijde godsdienst. Om dat ook écht onderbouwd te doen, ging hij zich stevig in de Islam verdiepen. En zie, hij stuitte op steeds meer zaken, die de Islam-hater aan het wankelen brachten. Er ontwikkelde zich niet alleen sympathie; het ging veel verder. De hater werd een bekeerling. Het lijkt een beetje op een voorbeeld dat we kennen uit de Bijbel. Hoewel in dat voorbeeld de ommezwaai veel abrupter kwam. Voordat Paulus zich aansloot bij de volgelingen van Jezus kon hij gerekend worden tot de fanatieke christenhaters. Onderweg naar Damascus om ook daar de volgelingen (letterlijk) een kopje kleiner te gaan maken, werd hij ‘geraakt’; van het ene op het andere moment werd ‘de vervolger’: ‘volgeling’.
In de politiek zie je trouwens vaker van die scherpe draaiingen. Ze noemen dat daar graag ‘voortschrijdend inzicht’. Ja, ja..
Maar ook wij – ‘gewone stervelingen’ – maken wel eens een draai. De meeste van deze ‘draaien’ leiden nooit tot enige beroering, hooguit tot een kleine ‘rimpeling’ bij ons zelf. Een draai van mezelf? Vooruit dan.
Jacqueline en ik hebben ruim 30 jaar in Zuid-Limburg gewoond. Tot onze volle tevredenheid overigens. We spraken eigenlijk nooit met elkaar over een mogelijke terugkeer naar onze geboortegrond. We waren echte ‘Zuiderlingen’ geworden. Tot ik een paar jaar voor mijn pensionering getroffen werd door dystrofie en abrupt met mijn werk moest stoppen. Ik ging vanaf dat moment wekelijks een dag met Jacqueline mee naar Meijel, die hier haar moeder ging verzorgen. Het was dan ‘vast tarief’, dat ik vanaf de Nederweerterdijk door de Simonshoekse bossen naar mijn zus in het dorp liep. In dat bos werd ik ‘geraakt’. Dat bos van mijn jeugd, waar ik als het ware elke boom kende, voelde en rook anders dan al die bossen in Zuid Limburg. Werkelijk! En in korte tijd deelden Jacqueline en ik plotseling de drang om terug te keren naar dit dorp aan de rand van de Peel. Naar de familie, oude vrienden, ’t dorpscafé, de Méélse kéérk, de Méélse Vastelaovend en de Simonshoekse bossen, waar we ook nu nog altijd graag een wandeling maken.
Mat
Louis Verheijen
Kortom, naar het Peelgeluk voor jou & MeIJel…..!