Deze week maken we opnieuw plaats voor columnist Gerard Kessels van ‘de Limburger’. De column past heel mooi bij het winterse weer van dit moment. Gerard – nu woonachtig in Zuid-Limburg – fietst in de vrieskou door de omgeving van zijn geboortedorp Nederweert. Passeert tijdens zijn tocht het kerkje, waar zijn vorige maand overleden zus en haar man zo vaak voorbijkwam. Zijn zus – die op het ouderlijk huis vlak bij de kerk van Nederweert woonde – werd vorige maand tijdens zo’n fietstocht geschept door een auto en overleed ter plekke.
Gerard steekt een kaarsje op…
Maria help mij
Het was koud, het vroor; maar het had nog niet gesneeuwd. Omdat een mens van alleen maar binnen zitten stram en stijf wordt, besloot ik de vorst te trotseren en een stuk te gaan fietsen. Even kijken of er op de kanalen en vaarten al iets van ijs te zien was. Niet dat ik wilde schaatsen. Ik ben nooit een schaatser geweest. Voor valpartijen heb ik voldoende aan het land. De vrieslucht mengde zich met de stank van de varkenshouderijen tot een bijzonder winteraroma. De ijskoude wind ging door merg en been, althans wat door bij mij nog van over is. De hoorapparaatjes vroren aan mijn oren vast. Met elke meter vroeg ik mij af of ik er verstandig aan had gedaan de plek bij de haard te verlaten. Maar tegelijk maakte het mij ook fanatiek: was ik al zo’n oud mannetje dat ik niet meer tegen een beetje kou kon? Hup, vooruit, doortrappen.
In een gehucht stopte ik bij een Mariakerkje. De deur stond open. Binnen stak ik een kaarsje van veertig cent op ter intentie van mijn zus die vorige maand bruut overleed na een verkeersongeval met de fiets. Aan dit kerkje kwam ze vaak met haar man voorbij gefietst. Wat fietste ze graag! Dat het haar goed mag gaan, Maria, waar ze nu ook is.
Ik keek in het grote boek naast de kaarsenrij. Mensen vroegen van alles aan de Heilige Maagd, maar vooral gezondheid. ‘Heilige Maria, help mij dat allebei mijn benen beter worden, alvast bedankt’. Vooral ouderen die schreven, nauwelijks jongeren. Maar dit was er duidelijk een: ‘Help mij, dat ik in de proefwerkweek alleen maar tienen haal’.
Gerard Kessels
