‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
Opkomst, neergang
In de politiek is het inmiddels een vast patroon: Een nieuwe leider treedt aan; ontwikkelt zich, krijgt daardoor meer aanzien en macht en op enigerlei moment zet zich een dalende lijn in. Een dalende lijn, die de leider langzaam uit de spotlights doet verdwijnen en vaker zelfs leidt tot een aftocht via de achterdeur.
We weten hoe het de premiers in eigen land verging: Ruud Lubbers (1982-1994); Wim Kok 1994-2002) : Jan Peter Balkenende (2002-2010). Een jaar of 8 lijkt bij ons regel; 12 jaar een uitzondering. Mark Rutte (2010 tot heden) koerst vrijwel zeker richting de eindstreep. Bij onze oosterburen is de houdbaarheidsdatum wel eens beduidend langer. Kijk naar Helmut Kohl (1982-1998) en Angela Merkel (2005- tot heden). Voor ‘Angela’ lijkt de slotakte nu echter ook ingeluid. Ze speelt momenteel in blessuretijd. ‘Merkel wil het liefst niet doorbranden, ze wil geleidelijk uitdoven’, zo kenschetste de Volkskrant de situatie. Of haar dat gegeven is, is nog maar de vraag, nu ze zich heeft laten ontvallen dat ze het gevoel heeft, dat het tijd wordt dat Duitsland een nieuw hoofdstuk openslaat. Als je dat zegt, heb je de regie niet meer in handen, gaan anderen bepalen, waar de eindstreep ligt. Bovendien staan dan lieden op, die – op het toppunt van je macht je hielen likten – maar dan openlijk aan je stoelpunten gaan zagen. Ja, hielenlikkers kunnen dan zelfs veranderen in sluipmoordenaars. Diezelfde Volkskrant die ik zonet aanhaalde, kopte: ‘Nu Angela wankelt, beeft de Europese Unie.’ Ze zouden het bij die Volkskrant wel eens bij het juiste eind kunnen hebben, denk ik dan. Als binnen een grote organisatie – in dit geval de EU – de machtigste, meest ervaren persoon ‘de club’ moet verlaten, dreigt vaak grote onzekerheid. Ja zelfs een totale impasse ligt dan op de loer.
Opkomst, ontwikkeling, neergang. Ik denk, dat dit patroon uit de politiek vaak ook van toepassing is binnen andere organisaties en instellingen.
Weet u, wat ik me nu in alle ernst afvraag? Hoe liggen dit soort kaarten binnen onze eigen kerk? Ook uit dat machtscentrum – paus, curie, kardinalen – sijpelen vaker berichten door van lieden die de eerstverantwoordelijke op moeilijke of zwakke momenten, liever beentje lichten dan hem steunen? Op dit punt zou de kerk wel eens heel dicht bij die alledaagse ‘wereldse’ werkelijkheid kunnen staan.
Mat