Er zijn van die momenten dat de vaste columnisten van ‘de zijbeuk’ graag even ruimte maken voor een professionele collega: oud – journalist Gerard Kessels. Wij nemen dan – uiteraard met zijn toestemming – een column van zijn hand over, die eerder in ‘de Limburger’ verscheen. De krant waarvoor Gerard – geboren ‘onder de kerktoren’ in Nederweert – zijn hele arbeidzame leven actief was. En ook nu nog kijken vele liefhebbers op dinsdag en vrijdag uit naar zijn column op pagina drie van de krant. Als geen ander verstaat hij de kunst om licht en luchtig te schrijven over al wat zwaar is. Zo ook dit keer.
Mat
Onder de pet
In Maastricht heb ik een vriendin bij wie ik nooit binnenloop zonder mijn pet af te nemen. Het is Maria in de kapel van de Sterre der Zee. Niet dat ik zo katholiek ben. Mijn consumptie van hosties is beperkt. Ik besprenkel mij zelden met wijwater en de zondag heilig ik vooral vanuit het café tegenover de kerk. Maar dát doe ik wel: kaarsen opsteken.
Bij ernstige ziekte in de familie of zware tegenslag: altijd is er wel een reden het voeteneinde van Maria op te warmen. Zo sta ik daar dan, pak een kaars, prevel een paar zinnen – ik licht mijn verzoek graag even toe – en verdwijn weer in de anonimiteit van de stad. Kaarsjes branden is iets van iedereen, jong en oud, recht en krom. Ik zie moeders met kinderen, meiden in spijkerbroek. Dit ritueel gaat nooit kapot. Ook op Facebook kun je tegenwoordig een kaarsje opsteken. Dat is positief. Al te vaak wordt dit medium gebruikt om anderen af te branden. De kaars is de erkenning van het menselijk tekort. Als het over de grote levensvragen gaat, is de mens met stomheid geslagen, weet hij niets. Ziekte en dood, lijden en verdriet, maken machteloos. Heel even geeft die kaars het gevoel dat je op een bijzondere manier samen bent me degene voor wie je vuur maakt. Heel even heb je de illusie iets te kunnen doen.
Wat is deze volksbranderij?
Geloof? Bijgeloof? Ik weet het niet en wil het ook niet weten. Het leven speelt zich toch al af in een wereld waarin voor alles een verklaring moet zijn. Ik draai mij om, stap naar buiten en stop het raadsel onder mijn pet.
Gerard Kessels