‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
Mijn favoriet
Op velerlei terreinen kent ieder van ons – om het maar eens erg zwart-wit te zeggen – zijn favorieten en zijn nullen. Wat voor de één de ‘politicus van het jaar is’, vervult de ander met afgrijzen. En die politicus mag u zo inruilen voor een voetballer, een presentator op TV, een schrijver, zanger of cabaretier. En hoe bekender, des te uitgesprokener, is vaak onze mening. En –in tegenstelling tot vroeger – kan dat beeld heel snel kantelen. Vandaag ben je voor velen nog hét mannetje en morgen wordt de vloer met je aangeveegd. Gelukkig hebben mensen die niet in de spotlights staan, zoals u en ik, daar minder last van.
Ik wil nu een overstapje maken naar wat ik maar de midden categorie noem. Meer specifiek naar journalisten en andere lieden, die dagelijks de pagina’s van mijn regionale krant vullen. Ik wil er hier graag eentje uitlichten: Gerard Kessels. Voor mij al vele jaren een van mijn favorieten. Opgegroeid in een groot gezin onder de toren van de Lambertuskerk in Nederweert. Al zijn hele leven in velerlei functies actief bij ‘mijn’ krant. Van aankomend journalist , tot correspondent in Rome en waarnemend hoofdredacteur. Hij is na zijn pensionering nog steeds actief als de vaste columnist op de dinsdag en vrijdag: pagina twee, links bovenaan. En een heel enkele keer op onze eigen weblog. Je zou hem kunnen betitelen als onze “gast-columnist”. Wij (de redactie van de weblog) nemen – uiteraard met zijn toestemming – wel eens een column van hem over. En dit om de doodeenvoudige reden, dat hij ons erg aanspreekt. Hoewel zijn columns vaak over heel alledaagse dingen gaan, kiest hij vaak een heel verrassende invalshoek. Een andere keer gaat hij het wereldnieuws te lijf met onverwachte woordspelingen. Wanneer hij zijn pen al eens in azijn doopt, dan is er altijd ook wel wat zoets bij de hand. Deelt hij een linkse directe uit, dan legt hij een paar zinnen verder altijd wel een verbandje aan; hij zal zijn ‘slachtoffer’ maar zelden uitgeteld in de hoek laten liggen.
Onlangs is een nieuwe bundel van zijn columns verschenen. De titel van dit boekje mag ‘typisch Kessels’ genoemd worden: “Hij achter het stuur, zij rijdt…” Het ligt intussen bij mij op het nachtkastje voor als het slapen weer eens niet wil lukken. “Zij in dromenland, hij neemt er nog eentje.” Voor alle duidelijkheid: Geen neut maar nog een stukje van mijn favoriete columnist!
Mat