Sóndese koost van zondag 9 april 2023
Jarenlang brachten we nao de Hòmmis – vanuit ’t café – ’t Méélse wel en wee bij u binnen. Toen ’t café in coronatijd vaak gesloten was, ontdekten we ook andere bezigheden op die zondagmorgen. Lekker wandelen door ’t dorp of fietsen ‘dur de Pieël of langs ’t Deurzes knaal’. En nu de horeca weer open is, maken we graag weer een stop bij ’n café of terras. En de verhalen die we onderweg oppikken, vertellen we graag aan u door in onze nieuwe rubriek ‘Sóndese koost’!
Enne
Linda: Leuk idee van Frank hè, om eens een wandeling in het zuiden te maken.
Monique: Ja, het is hier prachtig. Zodra ik de heuvels zie opdoemen, waan ik me in het buitenland.
Linda: Ik ben benieuwd naar de route, die er is uitgezet. Zou het druk zijn?
Monique: Ach, ik vind het altijd leuk om iemand tegen te komen, maar ik hoop wel dat we niet over ‘de koppen hoeven lopen’. ‘Hòchutj övver de kinjerköpjes’.
Linda: Kinderkopjes. Daar staan die wielerrondes toch om bekend. Geen idee of die wegen in de route zijn opgenomen, we laten ons verrassen. Kijk, daarachter is het startpunt al.
Monique: Het zal toch niet, hè.
Linda: Jawel, hoezo? Wilde je eerst nog een kop koffie drinken? Of moet je al plassen?
Monique: Nee hoor. Dat bedoel ik niet. Daarachter, die vrouw met die rode jas aan. Dat is een oud collega van me.
Linda: Dat is toevallig. Wil je er effe naartoe?
Monique: Nou, niet per sé. Ik kon er prima mee werken, hoor. Maar ik hoefde er geen vriendinnen mee te worden, als je begrijpt wat ik bedoel. Beetje té.
Linda: Te?
Monique: Te veel, te hard, gewoon te. Kom, we lopen een beetje langs hier, dan ziet ze me niet.
Peter: Hé Monique, waar loop je naartoe? Daar is de start. Ik ben niet van plan om nu al te starten met omlopen.
Monique: Hou je stil, Peter.
Peter: Oh, dat wordt een gezellige wandeltocht. Zeg Monique…
Julia: Monique? Hé Monique, ben jij het? Wat leuk! Enne?
Frank: Enne?
Monique: Hoi Julia.
Julia: Enne, wie géjt ut?
Frank: Geit?
Monique: Uh ja, prima. En met jou?
Julia: Nou, je wilt het niet geloven, maar ik hoorde van de buurvrouw van het vriendinnetje van onze Steffy, je weet wel mijn oudste. Ja, ze is al 16. Weet je nog dat je bij mij op kraamvisite bent geweest? Oh, is dat echt al 16 jaar geleden, wat vliegt de tijd. Nou, ik hoorde dus dat die ene, weet je nog, die man die altijd zo…
Peter: Werkt die nu voor de omroep, toevallig?
Julia: Ja, inderdaad. Nou, ik hoorde dus… Hoe weet jij dat? Wie ben jij eigenlijk?
Monique: Dit is mijn man, Peter. Peter, dit is Julia, mijn oud collega. Hé Linda, jij moest toch ook naar de wc. Heb je hem al gevonden?
Linda: Ja, daarachter voorbij dat koffiekraampje. Maar..?
Monique: Nou, dan gaan we maar snel. Wat leuk, om je weer te zien Julia. Hojje hè.
Linda: Moest je toch plassen?
Monique: Hou op, schei uit. Ik moet niet, maar soms moet je even heel erg weg.
Frank: Wat zei ze nou, enne?
Peter: Ja, dat is Limburgs. Het betekent zoiets als ‘hoe gaat het met je?’.
Frank: Oké.
Peter: En als antwoord zeg je: ‘auch enne’.
Frank: En? Ook en! Nou, een hele mond vol, zal ik maar zeggen.
Peter: Nou, in Julia’s geval wel, geloof ik!
Linda: Sjonge, alles bezet en een rij. En ik moet inmiddels echt heel erg.
Monique: Enne?
Linda: En wat? Alleen maar plassen hoor.
Monique: Nee sorry, dat bedoel ik niet. Goh, ben nog maar net hier en begin meteen het dialect weer over te nemen. Ik verwonderde me erover dat het hier nu al zo druk is.
Frank: En dan zeg je weer ‘enne’?
Monique: Ja, ‘enne’ betekent echt van alles. Hoe gaat het met je, wat is dit hier, toe maar, zo van alles eigenlijk.
Frank: Nou Linda, dat Limburgs is zelfs voor ons wel te leren. Je zegt gewoon de hele dag ‘enne’. Dikke kans dat het klopt.
Peter: Zeg dames, als jullie hier nog lang moeten wachten, haal ik eerst een koffie voordat we aan de wandel gaan.
Frank: Enne?
Peter: Nee, vier!