Sóndese koost van zondag 31 juli 2022
Jarenlang brachten we nao de Hòmmis – vanuit ’t café – ’t Méélse wel en wee bij u binnen. Toen ’t café in coronatijd vaak gesloten was, ontdekten we ook andere bezigheden op die zondagmorgen. Lekker wandelen door ’t dorp of fietsen ‘dur de Pieël of langs ’t Deurzes knaal’. En nu de horeca weer open is, maken we graag weer een stop bij ’n café of terras. En de verhalen die we onderweg oppikken, vertellen we graag aan u door in onze nieuwe rubriek ‘Sóndese koost’!
Plufsig
Monique: Wat hebben we lekker gefietst afgelopen week hè.
Linda: Ja, het fietsen was leuk, maar de spierpijn erná!
Monique: Och, dörske toch. ‘Pinj èn ut keuntje?’
Linda: Nou en spierpijn aan mijn kuiten! Maar goed, met wat oefeningen op mijn ‘Plufsig’ komt dat wel weer goed.
Monique: Plufsig? Oefenen jij alvast ‘koeterwaals’ voor je vakantie?
Linda: Nee, dat is Ikea’s! Leuk hè. Het klinkt precies zoals het is. Ik plof erop neer en probeer mijn lijf in bochten te wringen die eigenlijk niet meer mogelijk zijn: Plufsig.
Monique: Ha, ja inderdaad. Zo zag ik laatst de ‘Starkvind’. Heel handig voor als Peter na een avondje stappen er weer eens ‘ènne lut vlie:ge’. Het is een soort tafeltje mét luchtreiniger. Dat Zweeds is makkelijk te leren, het is zoals het klinkt.
Linda: Nou, dan schuif ik Frank ook een keer met zijn benen bij jou onder die tafel. Gisteren na het stappen op de Jaarmarkt, kon hij er ook wat van.
Monique: Ik verdenk een paar niet-Zweedse werknemers van Ikea ervan, dat ze gewoon met wat bier op, die namen bedacht hebben.
Linda: Hé, maar jij zegt: een laten vliegen. Hoe zit het nog met jullie koffers? Zijn die al achter jullie aan gevlogen?
Monique: Sjonge jonge, ja. Komen we terug van vakantie, blij dat de vlucht doorging en wij weer met onze voeten op Nederlandse bodem stonden, zijn de koffers kwijt.
Linda: Wat een toestand hè, met het personeel op Schiphol.
Monique: Ja ook, maar deze keer lag het aan een kink in de kabel van het systeem.
Peter: Ja, maak ik mijn koffer open, zitten er rokjes en BH’s in. En in die van Monique mijn shorts.
Frank: Echt?
Peter: Nee, grapje. Geen idee waar onze koffer nu zijn. Verweggistan.
Frank: Wat een stressvolle situatie, Peter. En dat, terwijl je juist voor je rust ver over het ruime sop bent gevlogen.
Peter: Ja, ik ben weer genezen. Het enige water wat ik voorlopig opzoek is het kanaal, om te vissen.
Linda: Oh ja, Peter? Slijt jij je laatste vakantiedagen met de hengel in de hand?
Monique: Ja, laat hem maar. Ik ga nog wat bij vriendinnen op bezoek.
Linda: En de kinderen?
Monique: Die gaan ‘op kamp’. Gewoon bij eentje van de groep een tent opzetten in de tuin en juh. Leuk hè. Trouwens, de jongste heeft ook gevist! Hij heeft meegedaan met de ZomerVISkaravaan bij de Noordervaart. Zo vader zo zoon. Wanneer hebben jullie vakantie?
Frank: Pas in september, wij gaan graag buiten het seizoen. De 23e september komen we weer terug.
Linda: Zou Camping de Simonshoek nu helemaal vol liggen? Kijk, er wordt wel flink gezwommen in het zwembad.
Monique: Ik denk het wel. Maar ik denk nog altijd met weemoed terug aan ‘Goode zin gaat’.
Linda: Pardon? Gaat dit nu weer over die scheetjes?
Monique: Nee, Goode zin gaat was Camping Startebos, met een groot natuurbad: ut gaat! Het hele dorp was er, plus heel veel campinggasten. Daar móest je zijn, daar was het te doen!
Linda: En nu? Waar gaat de jeugd nu naartoe?
Monique: Nou, afgelopen weekend in elk geval naar de Kick-off. En normaal naar het ijshofje en de Vangrail.
Linda: Ik heb ook wel zin in een ijskoffie bij het Ijshofje.
Monique: Dan draaien we nu af.