Sóndese koost van zondag 24 november 2024
Ook in ons dorp krijgt de zondagmorgen al geruime tijd een heel andere invulling dan vroeger. Stonden de vrouwen destijds de hele morgen aan het fornuis om – als manlief uit de Hòmmis/café kwam – ‘Sóndese koost’ op tafel te brengen, hoe anders is dat tegenwoordig. De vrouwen gaan nu op de zondagmorgen met vriendinnen lekker wandelen, al mogen – bij uitzondering – ook wel eens de mannen mee. En als regel wordt die wandeling afgesloten met een lekkere kop koffie of een drankje in een van de Méélse horecagelegenheden. Over alle zin en onzin die ter sprake komt, leest u wekelijks in onze rubriek ‘Sóndese koost’.
Marjo: Ik dacht dat het huis hier wel versierd was?
Willemien: Wat moet hier in de Jan Truijenstraat nog versierd worden? De chinees is allang weg.
Marjo: Dat weet ik ook wel. Ik bedoel hier, bij het oude Groene Kruis gebouw.
Willemien: Wat zou de reden zijn om daar de slingers buiten te hangen?
Marjo: Daar woont de prins van de Kieveloeët toch.
Willemien: Oh, jij bent echt erg. Onder welke steen heb je de afgelopen week gelegen?
Marjo: Geen enkele steen. Ik dacht vanmorgen, ik ben blij dat ik weet wie er prins geworden is en nu zit ik weer mis.
Willemien: Behoorlijk mis, inderdaad! Alhoewel, je hebt een beetje gelijk. Prins van de Kieveloeët, is Paul Joosten geworden. Alleen het is niet koning pinteman, maar hij werkt bij de Koninklijke Kuijpers.
Marjo: Kijk, dan zit ik er toch niet ver naast. Maar “wòr is ut dur ènne van?”
Willemien: Prins Paul zijn moeder is van Melssen, de kinderkledingwinkel vroeger op de Schoolstraat.
Marjo: En waar is die mee getrouwd? Want dat is fijn om te weten.
Willemien: Met Rianne Nijssen. Een kleindochter van Willem van Sjansdriek. Ze hebben 3 kinderen en ze wonen in “ ‘t gaat van Gooden.”
Marjo: Wat heb ik toch geluk met jou. Wat zou ik toch zonder jou moeten?
Willemien: Ja, als je mij niet had en de achterste deur niet, dan moest je altijd door de voordeur naar binnen!
Marjo: Dat vind ik een top uitspraak. Daar moet ik nog eens flink mee lachen. Dat is toch zo fijn om eens goed te lachen.
Willemien: Dat vindt Prins Paul I ook. Want dat heeft hij in zijn spreuk verwerkt.
Marjo: Hoe gaat de spreuk?
Willemien: Vier saame mi ‘ne lach, geniet tòt de leeste dach!
Marjo: Super, die kan ik wel onthouden. Waarom hangt hier overal iets van Sint Nicolaas?
Willemien: Ik had het er straks al over of jij onder een steen hebt gelegen de afgelopen week. Maar ik krijg steeds meer het vermoeden van wel.
Marjo: Want?
Willemien: St Nicolaas komt in Meijel.
Marjo: De echte?
Willemien: Daar ga ik van uit.
Marjo: Weet je wie in Meijel het pak van St. Nicolaas aan heeft?
Willemien: Geen idee.
Marjo: Als je dat niet weet, zal hij er wel één van de melkboer zijn.
Willemien: Dat denk ik ook. Met dat antwoord heb je altijd gelijk.
Marjo: Hé, hé eindelijk heb ik gelijk. Danke!!
Willemien: Als je het niet erg vindt loop ik naar huis want ik wil dadelijk naar de intocht van St. Nicolaas gaan.
Marjo: Ik heb je in de gaten, jij gaat proberen om er achter te komen wie in het Sint Nicolaas pak zit.
Willemien: Nee hoor. Ik vind het jeugd sentiment.
Marjo: Ja, ja. Succes met je speurwerk!