Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van 24 januari
Henk: Kom, niet te lang zaniken, maar kaarten. Ik moet dadelijk met Bertha naar de Bonte Middag.
Jan: Wij zijn gisteravond al met de buren geweest. Ook dit jaar weer een prachtige avond gehad. En ik weet nou ook wat die letters MMR betekenen, waar die jongens van ‘Nao de Hòmmis’ zo’n ophef over hebben gemaakt.
Frits: Hou, nu verder je mond, Jan, anders is er voor ons vanmiddag de lol al vanaf.
Henk: Ik heb wel nog steeds lol dat die Méélse Ed Nijssen prins van Kepèl is geworden. Ik heb er mijn zwager uit Panningen al aardig mee kunnen plagen. Dat dubbele zit ‘m al in de spreuk van die Ed. “Kepèls geit mich al bis good aaf; Saame rope wae drej daag alaaf. In de eerste zin steekt hij zich zelf maar een veer op zijn prinsesteek met “Kepèls geit mich al bis good aaf”. Ja en dan dat alaaf roepen in de tweede zin dat is wel het makkelijkst van alles. Alaaf klinkt volgens mij in alle dialecten en talen hetzelfde.
Jan: Geef mij dan maar die Syrische prins Carnaval op L1 deze week. Die jongen kon breed lachend zeggen: “Sjeng, aon de geng”. Prachtig. Dat is nog eens wat anders als alaaf.
Henk: En nu gaan we een slag kaarten, anders ga ik naar Bertha.
Piet: Wel aardig dat die voormalige bloemenzaak aan de Dorpstraat tijdelijk gebruikt gaat worden als expositieruimte voor enkele Mèèlse kunstenaars.
Bert: Ziet er in ieder geval een stuk aantrekkelijker uit als een lege ruimte. Al blijf ik hopen dat er niet nog meer middenstanders hun zaak gaan sluiten.
Cor: Ben benieuwd hoeveel kleine winkeltjes Wim Pluym in zijn zaak gaat krijgen?
Wiel: Ik denk dat Wim wel eens wat aan de late kant kan zijn. Er zijn al diverse panden in ons dorp waar meerdere kleine zaakjes in zitten: Kijk naar ‘Oppe Koffie’, dat pand hiernaast van Jaspers en die vroegere schoenenzaak bij ‘de Zwaan’.
Bert: En Willie Martens heeft intussen de oude Boerenleenbank ook al aardig vol. Ik hoorde dat tandarts Hermkens er met Carnaval intrekt. Al moet ik zeggen dat in dat pand van Willie een ander soort bedrijvigheid zit als in die andere, die Wiel net noemde.
Piet: Maar voor beginners kan het een prima opstapje zijn naar iets groters. Beter klein beginnen en groeien als groot beginnen en het niet waar kunnen maken.
Cor: Dat zijn weer wijze woorden, van onze Piet.
Lins: Volgens mij zijn ze bij het Dorpsoverleg nu toch wel aan het doorslaan. Hebben ze God weet hoeveel balken op het Raadhuisplein geplaatst, zo’n 50 cm. van de grond.
Wim: Ik zag deze week een paar van die ‘kloeëtmennekens ‘daar met een crossfiets overheen proberen te springen, maar dat wou nog niet direct lukken.
Frits: Als je ’s avonds je auto op dat plein hebt staan kun je er aardig opknallen, want die’ dingen’‘ zie je niet in je spiegel. Dan kun je de volgende dag je peelgeluk wel op als je naar je auto kijkt.
Lins: Maar op dat plein horen – behoudens op die paar parkeerplaatsen die er gemaakt zijn – ook geen auto’s thuis.
Frits: Maar hebben jullie dan nog niet gehoord wat de bedoeling is? De ‘menclub’ gaat hier jaarlijks een paardenmarkt houden. En niet zo maar eentje. Een paardenmarkt van rassen, waarmee de boeren vroeger de turf uit de peel haalden. En die balken zijn nu juiste bedoeld als stalling waar de handelaren hun paarden aan vast kunnen binden. Helemaal geen gek idee.
Lins: En is ons dorp weer een attractie rijker die ook nog helemaal past in ‘peelgeluk’.