Nao de Hòmmis

Nao de Hòmmis van zondag 2 mei

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

 

Deze zondag staan Jan en Henk (kerk)klokslag 12.00 uur gereed, om hun favoriete terras op te gaan.
Henk heeft – bij eenmalige Hoge uitzondering- toestemming van Toos om tot 18 uur te blijven; als de klokken van de kerk luiden en de toegestane terrastijd om is. Voorwaarde is wel, dat Henk volgende week op Moederdag de hele tijd thuisblijft.
Jan: Jongen, dát is lang geleden dat wij ‘nao de Hòmmis’ op dit Terras zaten..
Henk: Doe eens een goejje gok ..
Jan: Tot Koningsdag, was het volgens de ‘teller’ op de weblog van de parochie 134 dagen ‘lockdown’.
Henk: Nou, de komende 360 minuten zitten wij mooi hier. En laten we maar direct beginnen, met ’n Gouverneur en een flinke portie bitterballen.
Jan: Weet jij trouwens wat de overeenkomst tussen beiden is?
Henk: Volgens mij, bedenk je het terplekke..
Jan: Ja. De Gouverneur, en de portie snacks, zijn weg voordat je er erg in hebt.

===============================================

Henk: De TV weet trouwens in coronatijd van gekkigheid niet, wat voor programma’s ze maken.
Zo zag ik dinsdag samen met Toos op RTL4 “Snack-masters”. Waarin, chef-koks zo goed mogelijk een fabriekssnack handmatig moeten namaken.
Jan: Heb ik ook gezien. En dat, op Koningsdag. Blijkt trouwens, dat zo’n geleerde kok niet eens weet wat bijvoorbeeld een ‘Mexicano’ is.
Henk: Ik zou weleens benieuwd zijn, of iemand met 2 Michelin-sterren een “Beckers” frikandel zou kunnen evenaren zoals ze vroeger hier uit ons eigen Méél kwamen..
Jan: Er gaat niks boven schaal frikandellen samen delen, tijdens de Vastelaovend.

===============================================

Henk: Heb jij nog ongewone dingen gedaan, tijdens die ‘lockdown’ ?
Jan: Dat, kan je wel zeggen. Ik heb bijvoorbeeld het boek “Vet Lekker” gelezen van de Brabantse kok Danny Jansen. Van de tv-zender ‘24Kitchen’, die ik ook veel gekeken heb. Dat boek, bevat een historisch overzicht van hoogtepunten uit de Nederlandse snack-cultuur. Zo denken sommigen wellicht, dat ons “eten uit de muur” een Hollandse uitvinding is. Maar de eerste automatiek die in 1902 in Amsterdam werd geopend was gebaseerd op vele Duitse voorbeelden.
Met Friet zijn we pas redelijk laat aan de patat geraakt. Bij ons voor het eerst op straat gegeten op een kermis in Bergen op Zoom, bij een uit Wallonië afkomstige frietkraam. Het duurde tot 1909 toen bij ons het eerste ‘friture’ werd geopend: Reitz in Maastricht aan de Markt. De oudste, die nog altijd bestaat. Pas toen tijdens de Eerste Wereldoorlog veel Belgische vluchtelingen in Nederland hun heil zochten, begon de patat aan een opmars die niet te stuiten bleken. In België en Noord-Frankrijk waren ‘friet-kotten’ al langer ingeburgerd.
In 1933 werd in Leiden een etablissement geopend, dat iets had van de typisch snackbar: Heck’s cafetaria. Dat zal de meeste mensen nu niets meer zeggen; maar Heck’s was in meer dan zeventig dorpen en steden gevestigd. En het zette de toon, voor een Nederlandse tak aan de wereldwijde ‘fastfood’-boom. In 1941 opende een man genaamd Johan Izaäk de Borst in Amsterdam zijn FEBO. Afgeleid van: Ferdinand Bol-straat. Populair vanwege de kroketten, en bitterballen. In de jaren ’50 kwam buiten de Randstad, de eierbal op: een gekookt ei, omwikkeld met ragout en daarna gefrituurd. De eerste, min of meer echt Nederlands bedachte snacks. En in 1954 werd de frikandel voor het eerst bereid. Door de Dordtse slager Gerrit de Vries. Die mocht vanwege de Warenwet zijn ronde gehaktballen, vanwege de gekozen receptuur, geen ballen meer noemen. In plaats van het recept te veranderen, veranderde hij de vorm. In lange worstrepen. Die hij ‘frikadellen’ (zonder n) noemde.
Vier jaar later kreeg de frikandel (nu met n) zijn uiteindelijk structuur, toen de Brabantse slager Jan Bekkers het gehakt zeer glad maalde, naar Amerikaans voorbeeld. De frikandel begon, al dan niet begeleid door een speciaalsaus, aan een ongekende opmars. Zelfs in het buitenland. In meer dan 80 landen wordt de Nederlandse frikandel inmiddels gereserveerd. In 1969 kwam daar de kaassouflé bij. In 1980 de kipcorn. De Mexicano (1984) en de saté-rol (1988).
Henk: Dank je voor dit spontaan “college”. Ik stel voor dat we de stapel bitterballen voor onze neus gaan weghappen, ‘collega’. En daarbij zal ík 2 Hollandse schrijvers citeren..
Jan: Asjemenou, Henk. Waaraan denk je ?
Henk: Harry – schreef: “je kunt ons alles laten eten, zolang je het maar frituurt” (Mulisch). En Hermans zei: “wij eten alles, zolang je er maar mayonaise bij serveert (W.F.).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

2 thoughts on “Nao de Hòmmis

  • Pascal Maenen (-broer van)

    Waarom is jullie kerk van Meijel vanavond Wit, met een Rode streep gekleurd?? Zomaar een vraagje, vanuit Capelle a/d IJssel –bij Rotterdam (010)

  • Dag Pascal,
    Het antwoord op die vraag zal – tussen de frites en bitterballen door – van je oudste broer moeten komen.
    Mat Janssen

Comments are closed.

loader