Nao de Hòmmis

Nao de Hòmmis van 6 december 2020

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Bij Henk, in het buitengebied, zit keplaon op deze 6de December ‘aan de Keukentafel’. Uitgenodigd, door Toos. Want, zo zei ze aan de vaste telefoon, dat is de échte Dag -van Sint Nicolaas.

Toos: Hoe is het eigenlijk nog, met mevrouw van Els, “Mia van Pestoeër”? Die heeft bijna 25 jaar hier gewoond en geleefd op de Pasterééj..
Kapelaan: Haar mocht ik maandag nog zien. Samen met Gerda Mewiss en zuster Ancilla. Een gezellig Sinterklaasachtig moment – of eigenlijk voor het gevoel, bijna Kerstsfeer- bij de brandende, houtgestookte Open haard van Dien Spee aan de Churchilllaan..
Henk: De Kerst mag pas binnen, als de Sint is vertrokken – zo leerde ze het ons vroeger thuis..
Kapelaan: Klopt. En zoiets las ik dit jaar ook, in het boek van Jo Basten…
Toos: Ja, vanaf morgen gaan we de Kerststal opzetten. Met Maria, Jozef- die vind ik heel belangrijk!- en we wachten nog met het Kórskripke. Hèrrege de bòm, al gezit? In de Kéérek??
Keploan: Pròt mèr Mééls, Toos. Als me iets niet duidelijk is, pakt Henk denk ik de ‘App’ op de smartphone er wel even bij..
Henk: Da was een mooi Kàdóó voor Sinterklòs. Uitgekomen, net na Sint Marte. En zo zijn er wel meer ‘Attenties’ over-en-weer uitgereikt de afgelopen Dagen in het Dèùrep.
Toos: Het beste in de Kerststal, vind ik persoonlijk: de Béste..
Keplaon: De kerkhofploeg gaat in de kerk de Kerststal vanaf morgenvroeg – maandag – opbouwen. Dat is sinds vorig jaar een stuk gemakkelijker. En ze zeiden me -uit zichzelf- dat de kerstbomen dit jaar ietsjes compacter gaan worden. ‘Eerst zien, dan geloven’ – wat dit betreft. De afgelopen jaren groeide alles ‘tot in de hemel’. Belangrijkst is, dat juist dit jaar 2020 iedereen die dat wil ook in de kerk naar de Kerststal kan gaan kijken.
Dien had maandag trouwens nog een sjòn verhaal, over haar Papegaai – die helaas, al overleden is..
Toos: O ja, natuurlijk. Koko .. of: Coco.. Hoe je het precies schrijft, weet ik nie. Maar die ken ik, Goe..

 

 

 

 

 

 

 

 

Kapelaan: Die kon praten. Dat begon al in de morgen ..
-App, op de telefoon van Henk zegt : “ smèèrges “ ..
Keplaon (glimlachend): Hé, dat Dingske lijkt ook wel een Papegaai. Maar goed, inderdaad kon Koko ook zeggen: Goeie morgen. En als Dien kwam, zei die: Góéé je morgéén.. Krachtig, luid, en duidelijk..
Toos: Heeft Dien, je wel àlles verteld.. over die lieve Vogel ?
Kapelaan: Je bedoelt, Toos, dat Koko ook kon.. Vloeken ..
Henk: Iemand, moet het dier dat leren..
Keplaon: Er werd verteld, dat Pastoor Schoenmakers op bezoek kwam. Koko hoorde vloeken, en zei – op z’n zuid Limburgers – “Ich weëet neet, of Ich mòt Grienen, of Jengken, of Lache… Mia, van Pestoeër, kon er om lachen.
Toos: Maar, die pagegaai van Dien kon ook iets anders, als het ‘m “gaajde”..
Kapelaan: Ja, dan zong die: “Wij zijn samen, Onderweg”
Henk: D’as mooi om nog eens te horen, in deze tijd.

===============================================

Henk: Over dieren gesproken. Je werkt toch ook, in Beringe?
Toos: U.. werkt toch ook in Beringe.. Zo zeg je dat.. Henk.. Dat hoort zich..
Kapelaan: Je.. hebt gelijk, Henk. In Bering-ù. Bekend, nú.. van het nieúws ovùr het Circùs.
Toos: Ik had deze week toch zo te doen, met die Olifant en de mensen..
Henk: Búba..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Keplaon: Uitgesproken, als Buba, Ja…
Toos: Elke keer, als je er langs rijdt naar Panningen geeft dat toch een bijzonder plaatje en speciale sfeer in deze coronatijd.. dat daar, een Circus staat.
Henk: Alleen naar Kèpel gaan, als het moet – Dòrske. We moeten samen, de lokale Middenstand steunen. Nu, en altijd. Je kent mijn standpunt daarin…
Toos: Met Jan, en je companen, steun je anders ‘nao de Hòmmis’ de middenstand toch goe.
Henk: Zo zie je: ìk hou me dèr aan.. Maar kippevel kreeg ik deze dinsdag – en dat durf ik gerust te zeggen – toen de kerk van Meijel deze week de ‘kermis kleuren’ aannam bij het Afscheid van John van Dijk, die o.a. altijd zeer actief was, met alles rondom de kermistenten bij de Parties. Veels te jong, overleden..
Kapelaan: John is die middag op het kerkhof begraven. Met de kermisdagen, ging hij nog om 3 uur ’s nachts met een schijnwerper kijken, of er geen spullen terecht waren gekomen in de conifeerhaag. Achter de muur. Elke dag. Zeer, correct. En vriendelijk, in voor een praatje. In het begin dacht ik zelfs, dat hij een broer was van Ronald.
Toos: Dat zijn de unieke dingen, in een dorp. Zoals, een olifant opgenomen wordt. Hoe zei die mevrouw van het Dorpsoverleg in Beringe dat: ‘Niemand van ons, heeft er toch last van?

 

 

 

 

 

 

 

Henk: Maar wat, als de regering had ingegrepen? Want het lijkt dat die het niet zo hebben, op het platteland, en op dieren. Daarover komt een hele reportage 4 woensdagen lang in de Limburger.
Keplaon: Als het nodig was geweest, had ik Buba ‘kerk-asiel’ gegeven. En hadden we de olifant, en plekje gegeven bij de kerststal – zo had ik me al bedacht:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

loader