Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van zondag 10 november
Wim: Wat is er met jou gebeurd Ton, heeft Nellie je van de trap geduwd?
Ton: Die flauwe kul van jou kan ik missen als kiespijn. Hoewel die pijn in m’n pink erger is als kiespijn.
Jef: Maar wat is er dan gebeurd jong?
Ton: Zal ik jullie vertellen. Ik ging zondagmiddag met Nellie naar de sporthal. Aan dat majorettenkampioenschap daar, deed ook onze kleindochter Mara mee. Daar wilde opa en oma natuurlijk bij zijn. Toen het afgelopen was gleed ik vlak bij ‘de Körref’ uit waarbij ik mijn pink stevig kneusde. Daar ga ik zeker een week of drie stevig last van hebben volgens de huisarts en zo lang blijft die hand stevig ingepakt zoals jullie zien.
Wim: Beter op je pink vallen als op je gezicht. Dan was er een heel wat groter oppervlak beschadigd… Maar hopelijk is de kleindochter tijdens haar optreden niet gevallen?
Ton: Nee jong, dat team gaf werkelijk een geweldige show, zegt deze trotse opa. En het leverde bovendien een ticket op voor de komende Nederlandse kampioenschappen. Ons Nellie is zo gröts als unne pauw.
Jef: Ik las trouwens dat het daar zondagmiddag van die NK -tickets geregend heeft voor die Méélse dörskes. Die club doet nu toch al echt vele jaren mee aan de Nederlandse top. Ik denk dat het geheim erin zit, dat de wat oudere meiden al vroeg betrokken worden bij de opleiding van de kleineren die het ‘vak’ nog moeten leren.
Jo: Dat zag je jaren geleden bijvoorbeeld bij die meiden van Koopmans en nu bij die dörskes van Schriks.
Ton: En morgen komt de grote klapper als ‘Let’s do it’ het MECC in Maastricht de Limburgse Vastelaovend gaat openen!
===============================================
Lins: Wat heeft die Wim Daniëls ons zondag een fantastische morgen bezorgd. Het optreden van deze woordkunstenaar bij de presentatie van ’t Nééj Mééls Woordenboe:k was in één woord geweldig!
Wim: Het mooie was dat hij ook zelf de hele morgen in zijn eigen dialect praatte: ’t Aarle–Rixtels. En dat ook nog zo ‘uit de losse pols’. Hij oogstte de ene lachsalvo na de andere.
Jan: Naast mij hoorde ik op een gegeven moment iemand zeggen “Zo get kenne ze bij os néét”. Bleek dat de voorzitter van de Heldense Heemkundevereniging te zijn. Toen heb ik hem maar getroost met de woorden:” Mèr unne mens is noit te awt um te lieëre, zelfs unne Heldese nie…”
Niek: En nu maar hopen dat die stichting ‘Pròt mèr Mééls waar kan maken wat Peter Daniëls de mensen in de zaal voorhield: “Wij halen binnenkort deze man opnieuw naar Méël voor een groot optreden”.
Wim: Dan weet ik wel zeker dat de kaartjes voor die voorstelling binnen de kortste keren uitverkocht zijn. Ik denk dat ik maar eens ga uitkijken naar een goeie slaapzak. Ga ik de nacht voordat de verkoop begint al voor de deur liggen.
Lins: Helemaal nog niet zo’n gek idee Wim.
===============================================
Giel: Jaren terug werd er maanden over gepraat en kwam de televisie er op af als iemand 100 jaar was geworden. Tegenwoordig kijkt er nauwelijks nog iemand van op.
Piet: Jij doelt natuurlijk op de 100jarige Wiel Reinders, afgelopen maandag in ’t Zorgcentrum. Die heeft trouwens ook de eerste steen gelegd voor de nieuwbouw van ’t Zorgcentrum en als eerste samen met burgemeester Delissen op dat jubileumbankje van de Harmonie bij d’n Binger mogen zitten. Zo wordt je op je honderdste nog een bekende Beringer!
Leo: Over bankjes gesproken. Net als eerdere 100-jarige kreeg ook Wiel een eigen bankje aangeboden van de burgemeester. Maar dat verhuist naar Beringe bij ’t Gerarduskapelletje, vlakbij de plek waar Wiel 95 jaar gewoond heeft. Wel een beetje raar, als je het mij vraagt.
Hein: Maar dat zijn ook geen Méélse bankjes Leo, maar bankjes die de gemeente Peel en Maas aan 100-jarigen in hun gemeente aanbiedt. En de jarige mag de plek voor dat ding aanwijzen. Daar lijkt me niks mis mee.
Giel: Uh, uh. Er zitten ook mensen van tegen de 100 uit de Nirkant in ’t Zorgcentrum. Als die zo’n bankje krijgen, verhuist dat ding vast en zeker naar het opgeknapte centrum daar! Wij er mee aan betalen en die van de Nirkant hun centrum er mee versieren!
Piet: Jonge, jonge. Je hebt goeie buren of niet. En ik reken die van de Neerkant, Heusden en Ospel nog altijd tot die goeie buren. Toch mooi als in die buurdorpen over een aantal jaren overal ‘bankjes van bij ons’ staan.
Hein: Dat kun je zelfs zien als de export van het Mééls Peelgeluk. Maar nu nog even terug naar die Wiel Reinders. Ik zag foto’s van dat feestje in ’t Zorgcentrum voorbij komen en daar zat prompt ook weer Peter Daniëls in beeld. Had de Lindeboom blijkbaar dat feestje weer gesponsord!
Giel: Dat weet ik nou toevallig, waarom Peter daarbij was. De vrouw van Peter is er ook een van Reinders, van Reinders Grad, een broer van Wiel om het precies te zeggen. Grad gaat ook al op de 100 aan en als die het haalt, komt zijn bankje gegarandeerd ook daar bij ’t Gerarduskapelletje in Beringe te staan, want ook Grad woont daar vlakbij.
Leo: En die vrouw van Peter heet Gerdine geloof ik. Natuurlijk ook weer afgeleid van Gerardus. Als die later 100 wordt, gaat bankje nummer drie van de familie Reinders richting dat Gerarduskapelleke in Beringe.
Piet: Maar als Peter die 100 haalt, weet ik zeker dat zijn ‘bènkske’ nooit de Heldense brug over gaat!
Hein: Zeg nooit, nooit. Je weet nooit wat iemand op een intiem momentje aan dwaze beloftes aan zijn vrouw doet…
keplaon
beste Mèn,
’t Kepelke, aan de Kaumeshoek (dat daar trouwens al langer ligt dan de St.Jozefkerk in Beringe-Centrum) is toegewijd aan: *Maria. Gerdine heeft ’s morgens -daarom- authentieke Mariakaarsen van de kerk in Meijel gekocht, om bij het bènkse & kepelke voor de 100 jarige Ome Wiel te plaatsen -als de bronnen juist zijn geïnformeerd.
was getekend, uw keplaon van Beringe, Meijel & Grashoek
Mat
Het is bijna niet te geloven, keplaon. De informatie komt uit de eerste hand: van die van Daniels, die bij ‘het bier van hier’ werkt. Precies : van die man van Gerdine! Waarschijnlijk denkt ie dat alle kepelkes zijn toegewijd aan Gerdine, sorry aan Gerardus.
We spreken hem nog wel!
keplaon
hoi Mat,
de eerstehandse info van Peter klopt: het benkske staat aan de Eelsestr, nr 21 bij de geboortegrond van Wiel &de familie Reinders, bij het Gerardus kapelke. Ik wilde graag toevoegen: dat er in Beringe, net als in Meijel, een Mariakapel is aan de Kaumeshoek –ouder dan de kerk die dezelfde naam draagt, als zorgcentrum St. Jozef -waar Wiel nu woont en zijn 100 jarig feest heeft gevierd maandag.
Wat ik wilde zeggen is: dat Gerdine, van Peter, ondanks de oeroude Mariakapel daar in Beringe, speciale eigenste Mariakaarsen uit Meijel ‘over de brug’ heeft gebracht naar het kepelke en benkske van Ome Wiel!! Met hen, kan je dus gerust ‘een Boompje opzetten’. Méélse export… Gerardus bier is bij mijn weten trouwens, van een andere brouwer..
Theo Reinders
De kapel, waar de bank van Wiel Reinders is geplaatst, is gelegen Eelserstraat 21, Beringe. Deze kapel is gebouwd omstreeks 1950/1953 en is gewijd aan de H. Gerardus Majella.
De werkelijke naam van Gerdine is Gertrix.
De kapel in de Kaumeshoek heet inderdaad de Mariakapel. Dit voor de volledigheid.
Welkom in Beringe!