‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 22 mei

Wim: Het weer raakt alsmaar meer van slag, als je het mij vraagt. De ene dag kun je ‘bij Evert’ in je zwembroek aan het kanaal gaan liggen en een dag later kan de winterjas weer aan.
Giel: De marktlui op Heldenmarkt zullen met Pinksteren de weersberichten ook wel angstvallig gevolgd hebben. Eerst gaat de Paasmarkt niet door vanwege de storm en nu dreigde de Pinkstermarkt letterlijk in het water te vallen.
Piet: Het viel achteraf gelukkig mee. Ze zullen wel het wel bij de heilige Clara hebben afgekocht met een dikke worst.
Bert: Molenaars blijken ook zo afhankelijk te zijn van het weer. Vorige week op Molendag heb ik met ons Mien nog een oude molen bezocht die in werking was. De molenaar vertelde me dat een goeie molenaar het weer nauwlettend in de gaten houdt. Tegenwoordig gebeurt dat met moderne apparatuur; vroeger tuurde de molenaar telkens naar de lucht.
Giel: Laat ik nu altijd gedacht hebben dat, dat een peulenschil was. Als er geen wind is draaien de wieken niet en waait het behoorlijk dan draait de zaak op rolletjes.
Bert: Had jij gedacht. Zo vertelde die molenaar me dat in het middelpunt van een bui de wind helemaal kan stilvallen en je even later de wind vol in de wieken kunt krijgen en de molen dan plots de verkeerde kant uitdraait. Op dat moment valt er niets meer te remmen en heb je goede kans dat de hele boel in de fik vliegt.
Wim: Kijk, zo’n verhaal vindt ik nou interessant, al zijn er andere momenten dat ik denk dat onze Bert een slag van de molenwieken heeft meegekregen. Ik denk dat dit trouwens het goeie moment is om samen nog een lekkere graanjenever te drinken.

Wiel: Ik heb me laten vertellen dat de zaak rond het oude gemeentehuis nu definitief rond is. Het echtpaar – Joep en Monique van Schaijk – dat in de bossen van Egchel ‘de Belaeving’ runt – een restaurant met overdekte wijngaard –  gaat nu ook het oude gemeentehuis exploiteren. Ze maken daar in Egchel trouwens ook wijn en likeuren; daar zouden ze in de kelders van het gemeentehuis ook wel mee kunnen beginnen.
Jo: Als ze dan de berkenbomen maar niet gaan vervangen door wijnranken, want die hebben natuurlijk geen bal met de peel te maken.
Niek: Je hebt gelijk Jo. Turfstekers hadden in hun tijd trouwens nog nooit van wijn gehoord. Die hielden het bij een stevig glas jenever. Wat dat betreft kan er in die kelders beter een filiaal van een jenevermuseum komen.
Wiel: Dan liever een filiaal van het jenevermuseum in Hasselt als dat van Schiedam. Als peelbewoner heb ik meer op met onze zuiderburen als met die Hollanders.
Toon: Trouwens hebben jullie ‘Hallo Peel en Maas’ niet gelezen. Daar gevende nieuwe eigenaren al een aardig inkijkje wat ze van plan zijn. Hotelkamers, een restaurant en een soort sociale ontmoetingsruimte. Een plek waar mensen  voor weinig geld een goede maaltijd kunnen nuttigen. En aan de voorkant natuurlijk een mooi terras.
Jo: Met die fonteinen kunnen ze dat een mooie mediterrane uitstraling geven. Bij zonnig weer zet je het hele plein vol met ligstoelen en je waant je na een paar glazen vino aan de Spaanse Costa.
Wiel: Als dat gebeurt zal het plein wel vol stromen. Daar rond die ligstoelen is dan  heel wat meer te beleven als rond die vennen in de Peel.
Toon: Ho, ho, dat ligt er toch maar helemaal aan waar je van houdt…
Jo: Maar nu even zonder gekheid jongens. Ik heb er eind van de week ook al mensen met filmcamera’s zien rondlopen. Wie weet gaan het oude gemeentehuis en het plein het decor worden voor een mooie speelfilm.
Niek: Dan moeten we de komende weken het ‘Krèntje’ goed in de gaten gaan houden, want dan hebben ze voor die film gegarandeerd ook figuranten nodig.
Wiel: Misschien kunnen ze ons dan wel gebruiken om met een gloed glas in de hand, die ligstoelen te bemensen.
Toon: Dan denk ik dat ik jullie nu al teleur moet stellen. Als ze dan al volk  zoeken voor  die ligstoelen, dan  gegarandeerd wel  ‘jonger vel’.
Niek: Jij bent ook ‘unne sjonne’ Toon. Jij gunt ons die voorpret nog niet! Maar laat ons in ieder geval  hier in ons stamcafé nog maar ‘unne vino’  drinken als dat in die ligstoelen toch niks wordt.

loader