Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van 15 mei
Giel: Toch wel mooi dat de groep Ommelgangers op de 1e maandag in mei elke jaar weer groeit.
Niek: Ho, ho Giel. Die stijging van dit jaar zou ook wel eens alles te maken kunnen hebben met het mooie fietsweer op die dag. Ik denk niet dat je er uit mag afleiden dat de mensen weer in wonderen gaan geloven. Ik in ieder geval niet.
Piet: Maar dat beweert Giel toch ook niet, al geloof ik best dat er nog een heleboel mensen zijn die jaarlijks met een bepaalde intentie naar Ommel of bijvoorbeeld Heppeneert gaan.
Giel: En daar is niks mis mee, lijkt mij.
Huub: Nou moeten jullie niet lachen , maar ik dacht vorige week toch echt dat er een wonder gebeurd was in onze eigen kerk. Zoals jullie weten sluit ik elke avond de kerkdeuren. Staat me vorige week vrijdag bij de zijdeur een kruk tegen de muur.
Niek: Jij onnozelaar, jij denkt dan direct aan een wonder. Kan toch ook zijn dat iemand die kruk vergeten is.
Huub: Jij bent toch wel erg traag van geest Niek. Iemand komt met een kruk naar de kerk omdat hij zonder niet kan lopen. En hij vergeet zijn kruk na dat bezoekje aan de Mariakapel, omdat hij gewoon naar buiten kan lopen.
Giel: Maar jongens, ik weet de oplossing van die kruk. Het herenkoor heeft op vrijdagavond repetitie en mijn vriend Leo is een zeer trouw lid, ook al is hij intussen moeilijk ter been. Leo heeft zijn kruk natuurlijk beneden laten staan, omdat hij op de trap naar het oksaal beter zónder als met kruk uit de voeten kan.
Niek: Ik stel voor dat we nog een borrel nemen op Leo zijn gezondheid. Dat hij binnenkort weer zonder kruk naar zijn koorrepetities kan.
Wim: Toch wel een vreemde bank aan de zijkant van de kerk. Een éénzitter en een tweezitter.
Jan: Bovendien is het een hoogzitter.
Henk: Hé, hé, moet ik het jullie dan ook nog maar eens uitleggen. Ons Mien had al dezelfde opmerkingen. De bank is cadeau gedaan aan ons dorp door de KBO bij gelegenheid van hun 60 jarig jubileum. En die KBO houdt natuurlijk terdege rekening met het zitgemak van oudere mensen. Vandaag een hoge in plaats van een lage bank. Voor mensen die dan nog moeilijk overeind komen zijn die steunen bedoeld; de eenzitter zoals Wim hem noemt.
Jo: Ik dacht al dat die eenzitter bedoelt was voor vrijgezellen en die tweezitter voor stelletjes die nog graag handje in handje zitten.
Jan: De bank zou ook gebruikt kunnen worden als zomerbiechtstoel. Kapelaan gaat in de eenzitter en de stelletjes op de tweezitter. Om beurten gaan ze naast de kapelaan zitten en fluisteren hem hun dagelijkse zonden in het oor.
Henk: Wat een fantasieën. Ik geloof dat jullie die paar dagen zon van de afgelopen week aardig in de bol is geslagen. Laten we nog maar een versnapering nemen; brengt jullie misschien op andere gedachten.
Lins: Ik las laatst dat de brandweer was uitgerukt vanwege een koolmonoxide melding. Dat hoor je gelukkig toch nog maar zelden.
Wiel: Was vroeger inderdaad heel anders. Huizen die slecht geventileerd werden en schoorstenen die slecht ‘trokken’. Met kachels en fornuizen waar van alles en nog wat in werd gestookt. Van vochtig hout, omdat dit langer brandde tot sjlam, die vieze smurrie uit de mijnen. Wat een troep!
Ger: Het werd al beter toen er kolenhaarden en nog later gashaarden op de markt kwamen. Hoewel dat euvel van die koolmonoxide nog lang aanhield. In oude wijken in Belgische steden, waar vaak nog veel huizen zijn zonder centrale verwarming speelt het probleem nog regelmatig.
Lins: Het échte probleem is natuurlijk dat dit gas kleur- en reukloos is. Je raakt bedwelmt, waarna vrij snel de dood volgt.
Ger: Zo je wilt zou je dat het enig voordeel van dit gas kunnen noemen. Een zachte dood waar je niets van merkt.
Wiel: Ik drink toch liever samen met jullie nog een borrel op het leven. En dan op huis aan, naar de zondagse soep van ons Bertha.