Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van zondag 7 april
Jan: Er is weer een nieuw soort verzekering in de maak. Ditmaal voor zelfstandige ondernemers die langere tijd ziek zijn en dan zonder inkomen komen te zitten. Komende week is er in Peel en Maas een bijeenkomst om ook hier zo’n fonds van de grond te krijgen.
Lei: Je bedoelt dat broodfonds, zeker. Heb ik ook het een en ander over gelezen. Het lijkt een beetje op een onderlinge verzekering, zoals de vroegere standsorganisaties die kenden. Bij dit broodfonds krijg je – afhankelijk van je maandelijkse inleg – bij ziekte een bepaald bedrag uitgekeerd. Met name voor veel ZZP’ers en kleine ondernemers zou dit een uitkomst kunnen zijn.
Ger: Ik dacht eerst echt dat het om brood ging; een of ander initiatief van een bakker. Misschien wel van de voormalige bakkerij Kessels . Daar zijn ze de zaak stevig aan het oppimpen en de nieuwe naam zal binnenkort ook wel bekend worden.
Jan: Dan kan dat broodfonds misschien ook wel een beroep doen op de voetbalclub, die een wafelactie start. Wafels die ze niet kwijtraken zouden dan naar het fonds kunnen gaan. Als aanvulling op het dagelijks brood.
Lei: Als het die richting uitgaat heb ik ook al een naam voor dat fonds “Gij en ik: dikke mik!”
Ger: Dan zou ik kiezen voor “Lekker van d’n bèkker!”
===============================================
Wiel: Zo, de competitiesporten naderen weer het einde van het seizoen en dan worden als regel ook de prijzen weer verdeeld.
Jo: En dat geld evenzeer bij de amateurs als bij de profs; voor teams uit de stad en die van een dorp.
Thei: Bij Peelpush strijden ook weer diverse teams ‘om de worst’. En de Dames 1 hebben nog steeds kans op promotie.
Jo: Er zijn zelfs al teams die de buit binnen hebben. Zo hoorde ik dat vorige week zaterdag de meiden van 6.1 in het Noord-Hollandse Wognum streden om de Nederlandse titel in hun klasse. En jawel hoor, de enthousiaste groep keerde met een mooie derde plek – een plaats op het erepodium – terug in de Körref.
Wiel: Weten jullie wat ik voor die jeugdige sporters het belangrijkste vindt? Dat ze leren omgaan met zowel winst als verlies. En in die leerschool is omgaan met verlies, even belangrijk als winnen.
Thei: Helemaal met je eens Wiel. Maar als het moment er is moet je ook uitbundig van de winst kunnen genieten.
Lins: Genieten kunnen op dit moment ook de spelers van de COM die met het stuk ‘Allo,Allo’ op de planken staan. Al vijf keer een uitverkocht huis en dan moeten ze er vanavond nog een extra voorstelling aan vastplakken.
Jo: Die club boekt de laatste jaren het ene succes na het andere. Ook bij die eerste Méélse Revue hadden ze een grote inbreng.
Thei: Ons Nell en ik zijn ook geweest. Genoten van begin tot einde. Al heb ik wel een kleine opmerking. Alles draait rond de avonturen van die Franse café-uitbater René Artrois en zijn vrouw Edith. Die vrouw hadden ze natuurlijk Stella moeten noemen. Had je aan die Belgische brouwer geheid een goeie sponsor gehad en misschien wel gratis bier na afloop.
Wiel: Dat stuk zou dan kunnen spelen rond fruitteler Boom en zijn vrouw Linde.
Jo: En dat stel krijgt zeker ruzie met hun adellijke buurman Hertog Jan, over de oude Lindeboom die op de erfgrens staat.
===============================================
Niek: Mijn favoriete club heeft ook haar jubileum gevierd. Alleen al die sjonne naam: de Vöggelkesclub “Meijels Pracht”.
Jan: Als ik naar die foto’s met die oude koppen in de weekbladen kijk, weet ik toch wel mooiere voorbeelden van ‘Meijels Pracht’.
Koen: Maar die van jou hebben wel nog nooit een wereldtitel binnen gehaald en bij de ‘Vöggelkesclub zijn er al verschillende die dat kunstje zelfs meerdere malen geflikt hebben..
Niek: We zullen maar zeggen ‘ieder zijn ding’. En laat er ons nog maar ene ‘vatten’ dan komt Jan misschien ook op andere gedachten… Maar ja, ieder vöggelke zingt zoals het gebekt is.
Koen: Toch fijn dat we in dat rijke Méélse verenigingsleven ook zo’n club hebben. Net trouwens als een visclub en een doéveclub. Al vind ik die naam van de visclub ‘de Noordervaart’ maar niks. ’t Gupke of ’t Snoekske, klinkt toch veel aardiger.