Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van 24 april
Giel: Zijn jij en Mien bevorderd tot oppas opa en –oma? Ik zag jullie een paar dagen geleden de kleinkinderen van school halen.
Jo: Dat nou niet precies. We staan als het ware eerste reserve voor het geval de andere opa en oma niet kunnen.
Giel: Wij hebben die van ons door omstandigheden, bijna een jaar dagelijks gehad. Dat was toch wel stevig poot spelen. Het kreeg weer wat van het jachtige leven van vroeger. Toos en ik waren blij toen de zaak weer in wat rustiger vaarwater kwam.
Jan: Wij vallen alleen in als de nood aan de man is. Maar dan kunnen de kinderen ook op ons rekenen. En met vijf kinderen en 11 kleinkinderen is dat nogal eens het geval. Maar gelukkig blijft er nog steeds voldoende tijd over om van onze vrijheid te genieten.
Giel: Maar van je kleinkinderen kun je ook genieten. En lachen. Rens, de kleinzoon van vijf, heeft net fietsen geleerd. En zoals dat tegenwoordig gaat, stond er al snel een spiksplinternieuw fietsje achter het huis. Na een paar dagen vroeg hij aan mamma een slot op zijn fiets. Want ook kinderfietsjes worden door boze mannen gestolen, had een vriendje verteld. Dus kwam er een slot, voorzien van twee sleuteltjes op Rens zijn fiets. Er werd direct stevig geoefend. Tot hij huilend naar binnen kwam rennen. “Mamma, nou weet ik niet meer welk van de twee de reservesleutel is …”.
Jo: Nu we het toch over de kleinkinderen hebben. Leen en ik wilden zondag met Lotte van ons Mirjam naar het circus op de Trambaan gaan. Gaat de voorstelling niet door, vanwege te weinig toeschouwers. De vorige dag ook al. Zelfs een heerlijk ijsje was onvoldoende om Lotte te troosten.
Giel: De circuswereld had het toch al moeilijk, maar nu ze niet meer met wilde dieren mogen optreden valt er geen droog brood meer te verdienen voor die mensen. Over tien jaar kunnen kinderen zich geen voorstelling meer maken wat een circus eigenlijk was. Weer een stukje nostalgie verloren.|
Lei: Jongens, ik las dat er volgende week maandag – 2 mei – een groepje van de parochie te voet naar Ommel loopt. Zullen we ook meedoen, dat halen we best.
Wiel: Nou, dat zijn toch wel aardig wat kilometers op een neer naar Ommel. En we zijn ook niet meer van de jongsten.
Wim: Maar dat is natuurlijk ook anders te regelen. We gaan samen lekker te voet mee en ik vraag ons Bertha wel dat die ons na de Mis in Ommel met de auto komt ophalen.
Lei: Dat is een idee! Maar dan moet Bertha ons eigenlijk wel niet te snel komen halen. Kunnen we na de koffie bij Eijsbouts nog mooi een slag kaarten en een borrel drinken.
Ger: Dan ga ik ook mee.
Wiel: Als Bertha van Wim dat maar goed vindt van dat kaarten en die borrel. Het is dan maandag en geen zondag.
Wim: Maar we hebben er dan wel heel wat meer voor gedaan als op een normale zondag. Maak jullie maar geen zorgen, ik regel dat wel met dat durske van mij.
Lei: Afgesproken dan, om 7 uur bij de kerk, weer of geen weer.
Niek: Hebben jullie al gezien wat hier buiten aan de gang is?
Thei: Je bedoeld dat ze de boel aan het opschilderen zijn bij het Oranje hotel. Dat is toch niet zo bijzonder. Dat gebeurde vroeger altijd in het voorjaar.
Niek: Ben jij soms kleurenblind. In plaats van de oranjetinten, wordt het nu allemaal zwart-wit.
Toon: Inderdaad. Zetten ze het plein en de kerktoren in kleur en wordt het hier zwart-wit.
Thei: Dat past dan prima bij die mèn van Nao de Hòmmis. Die zijn daar ook sterk in.
Niek: Nou, ik vindt zwart-wit toch wel wat sjieker als dat oranje. Past denk ik wel bij ’t oppimpen van ons dorp. Al vraag ik me af wat ze dan met die vaal-oranje letters ‘Hotel’ op de gevel gaan doen.
Toon: Maar hier en daar een oranje accent zou prima passen bij het sjieke zwart-wit. Ik denk dat er best over nagedacht is. Laat ons maar eens even afwachten.
Thei: Misschien brengt het ook andere pandeigenaren in het dorp om hun pand op te knappen. Hiernaast in dat vroegere pand van Carlo Jaspers hebben ze ook al het goede voorbeeld gegeven.
Niek: En vergeet niet wat die Rudy verderop in de Dorpstraat met de Zwaan aan het doen is. Hopelijk gaat dit ook bij anderen aanstekelijk werken.