Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van zondag 19 augustus
Lei: Dat Nééj Méélse woordenboek schijnt toch wel een enorme klus te zijn. De schrijvers hebben het er geweldig druk mee, maar ze liggen in ieder geval nog steeds op schema. Eind volgend jaar kan iedere Méélse het resultaat van hun noeste arbeid bewonderen.
Jan: Het zal mij in ieder geval benieuwen. Ik heb het er al met ons Truus over gehad om het onze drie kleinkinderen cadeau. Die hoor ik meer Hollands als Mééls praote.
Giel: Eigenlijk zou het wel aardig zijn als we middel de Hallo of een website, op de hoogte werden gehouden van de vorderingen.
Lei: Komt er nog meer werk bij voor de schrijvers van het boek.
Wim: Dat zou ook anders geregeld kunnen worden. Binnen de heemkunde vereniging of die stichting Pròt mèr Mééls zou toch ook iemand anders te vinden moeten zijn die dit voor zijn rekening kan nemen. Ik zou wel voelen voor dat idee van Giel. Maar ja wie ben ik?
Jan: Precies Wim. Je bent geboortig van de Nirkant en dat is in deze zaak toch net een slag anders als dat je unne Méélse bent. Daar valt niks aan te doen.
Lei: Ik heb ook nog gehoord dat onze Méélse kunstenaar Pieter Verstappen de illustraties in het boek gaat verzorgen. Dat is natuurlijk een geweldige zet van de samenstellers. Alleen al om die reden zijn er straks mensen die het boek willen hebben.
===============================================
Piet: Weten jullie nog dat we het zondag aan deze tafel hadden over de Méélse inbreng bij de Rozenfeesten in Lottum! Ik las op de website van de kerk dat daar gelijk iemand van die andere kapel Die Zwei Dörfer op inging. Ook zij waren present daar in Lottum en niet alleen de Heimatkapelle.
Niek: Dat mag natuurlijk ook, sterker ik vindt het wel goed. Laat mensen maar meekletsen over hetgeen wij hier aan onze stamtafel bepraten. Niks mis mee. .
Ger: Zo versta ik ook die oproep van de redactie van de parochieweblog van deze week, om nieuwtjes aan hun te melden.
Jo: Met die oproep ben ik het eigenlijk niet eens. Kunnen anderen in hun luie stoel blijven zitten en hun verhaaltje slijten, wij moeten er voor naar het café en elke zondag ook nog een paar rondjes betalen.
Ger: En jij vind dat erg om nao de Hòmmis met ons hier in ’t café te zitten. Laat me niet lachen.
Jo: Goed Ger, een beetje overdreven is het natuurlijk wel.
Niek: Ik heb er geen enkel probleem mee als ook stukjes van anderen geplaatst worden. Maar ’t liefst natuurlijk wel café-praot. De ene keer om te lachen en dan weer om te beuke …
Piet: Volgens mij kunnen we de keuze ‘wat wel en wat niet’ best aan die redactie van de weblog overlaten. Ik ben trouwens blij dat ze ook niet alles publiceren wat wij hier te berde brengen. Dat zou ons thuis wel eens aardig in de problemen kunnen brengen en dat beseffen die mén van de weblog gelukkig ook.
===============================================
Lins: Weet iemand van jullie hoe die Ger Hunnekens van de garage het geflikt heeft om in dat programma van die caravanreis van Omroep Max te komen. Moet je daar als zakenman extra voor betalen of lukt dat zo maar?
Lei: Geen idee. Ik weet wel dat er elk jaar een heleboel van die caravanreizen georganiseerd worden.
Sjef: Ik wil dat Ger wel eens vragen als ik volgende week bij hem in de garage kom. Ik vond trouwens dat Ger, maar vooral ook zijn vrouw best goed in beeld kwamen.
Lins: Zo te zien behoorden ze ook tot de jongeren van het gezelschap. Ik moet er overigens niet aan denken om met zo’n grote groep op caravanreis te gaan. Laat mij maar lekker ergens met Mien alleen naar toe trekken. Ben ik het ergens moe, ga ik verder. Bevalt het, blijf ik lekker waar ik ben. Lekker baas in mijn eigen caravan.
Lei: Baas ? Moet je niet overdrijven. In jullie caravan zwaait – net als thuis – maar één vrouw de scepter en dat is Mien. En daar hoef je je helemaal niet voor te schamen. Bij ons zijn de rollen tussen Bertha en mij precies eender verdeeld. In dat al bijna 50 jaar!
Sjef: Eigenlijk hebben we wel geluk jongens, dat we al die jaren nao de Hòmmis na ’t café mogen. Die zegening mogen we ook wel tellen.