week 47-2023: (door Roger)
‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Speculatie
’t Heerlijk avondje is gekomen, ’t avondje van.. Speculaas. Of toch, speculoos?
In de Lage Landen – Nederland, en België – zijn we het daar al heel lang, niet over eens…
We breken er ons het hoofd over, zo schrijft een kranteverslaggever van het Algemeen Handelsblad (nu: NRC) in 1933. Opgenomen in het boek ‘Een Cultuurgeschiedenis van typische Sinterklaaslekkernijen’ door Antje Schepers (2023, Uitgeverij Het Zwarte Schaap).
“Waarom men te Brussel, zoowel in het Fransch als het het Vlaamsch Speculoos noemt en niet: Speculaas”. De verklaring die de journalist in 1933 vond van ‘iemand die in het taalgebied nogal kundig is’ had te maken met een verbastering van het koekje met basterdsuiker. En omvorming van het oorspronkelijke ‘speculaas’, via ‘speculaos’ naar: speculoos.
Maar de verslaggever in de jaren ’30 stond toen al, meer dan open voor betere verklaringen. Voor, om het zo maar eens te zeggen: andere Speculaties.
Er zijn in ieder geval meerdere oorzaken, voor de ‘Speculaas/Speculaas’- Kwestie. Woordenboeken suggereren, dat speculaas in Nederland een hard koekje of koek is, met specerijen. En dat is in de geschiedenis, al heel lang zo. Al zeker sinds de 16e eeuw zetten kinderen hun schoen met Sinterklaas. In de hoop er iets zoets in terug te vinden. Vanaf de 18e eeuw zijn dat vaak speculaasjes of speculasies –platte koekjes met bruine suiker en kruiden.
In België worden, rond de Sinterklaastijd óók koekjes met specerijen gegeten. Die ook ‘gewoon’ speculaas heten. Maar wat is dan precies, Speculoos?
In 2017 werd een officiële Vragenlijst uitgezet in België en Nederland.
Tot (vermoedelijk) het begin van de 20e eeuw, was er in de Lage Landen alleen het woord ‘speculaas’.
Dat werd wel –afhankelijk van de regio- soms op verschillende manieren uitgesproken. Soms, in de richting van: ‘ao’ of zelfs ‘oo’. Maar iedereen bedoelde daar, de koek met specerijen mee.
Dat tegenwoordig, vooral in België, met speculoos een net ander koekje wordt bedoeld, heeft mogelijk een economische oorzaak. In een deel van de 20e eeuw, was het (te) duur om echte kruiden te verwerkn. Daarom kwam er een variant: ‘spéculos’ (Frans) of speculaus (Vlaams). Een koekje, met kandijsuiker, maar zonder specerijen. Uitgesproken als ‘speculoos’. Werd het later een beroemde soortnaam, voor kandijkoekjes.
Dit koekje verspreidden zich vanuit België later weer apart, naar Nederland en Frankrijk. Waar het het hele jaar, een lekkernij is bij de koffie of de thee.
Beide varianten worden bij de kerk met zekere regelmaat, en het hele jaar door –winter en zomer- bij de koffie geserveerd. Daarover hoeft niet te worden, gespeculeerd…
Roger
Cato Janssen
Wa zon spiklassie menneke teweeg kan brenge 🙂