week 25-2021: Van ’t een, komt ’t ander… (door Mat)
‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend door enkele mensen – betrokken bij onze parochie – wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in eigen dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Er zijn van die ongelukken of aandoeningen, die vaak een lange nasleep kennen. Ouderen in ons dorp hoor je dan wel eens verzuchten: “Van ut iën kumt ut ander”. Na mijn – overigens lichte – herseninfarct, zo’n anderhalf jaar geleden, klinken ook mij die woorden heel bekend in de oren.
Na het ontslag uit het ziekenhuis ging een therapeute hier in ons dorp met me aan de slag: de schakelingen tussen de hersensignalen en de handelingen moesten hersteld worden. De zaak resetten, zoals ze het zo mooi uitdrukte. Daar maakte ook een breed scala loop- en evenwichtsoefeningen deel van uit. Een logopediste zorgde er in diezelfde tijd voor, dat ik weer vrij snel redelijk verstaanbaar sprak. Na een tijdje bespeurde ik, dat ook mijn ‘zicht’ slechter was geworden. De opticien die ik raadpleegde verwees me daarvoor eerst naar een oogarts en zijn optometrist. Het was aan hen om deskundig advies uit te brengen over de benodigde aanpassing. Ook mijn gehoor (ik maakte al gebruik van hoortoestelletjes) was na het infarct verder achteruit gegaan. ‘Verstaanbaar horen’ vormde een alsmaar groter probleem’. De audicien van de firma, die de toestelletjes geleverd had, bood niet de gewenste uitkomst. Er moest – op zijn nadrukkelijk advies – een audioloog van het audiologisch centrum Adelante aan te pas komen voor een ’advies op maat’ hoe ik voor de nabije toekomst het beste geholpen kon worden. Alleen de meest geavanceerde toestelletjes bleken nog enige uitkomst te bieden. Daarnaast is me geadviseerd om samen met Jacqueline deel te nemen aan een communicatietraining. Samen met andere ‘lotgenoten’ en hun partners gaan we een traject in, dat ons leert beter met deze verdere beperking te kunnen omgaan. Zoals ik al zei “Van ut iën, kumt ut ander’.
Gelukkig kan het af en toe ook veel eenvoudiger aflopen. Onlangs hield ik aan een val een pijnlijk staartbeentje over. Vooral zitten vormde een probleem. Lianne – de therapeute die ook het ‘resetten’ na het herseninfarct voor haar rekening had genomen – kwam ditmaal met een wel heel praktische oplossing. Ze adviseerde de aanschaf van zo’n opblaasbaar zwembandje, waarin de kleintjes in de zomer in het water spartelen. Nee, ik hoefde geen pogingen te gaan doen dat ding om mijn lichtelijk uitgedijd lijf te krijgen. Het bandje opblazen, in m’n stoel leggen en lekker gaan zitten. Het zit prinsheerlijk! Het gekwetste staartje zou zo kunnen gaan kwispelen…
Mat