‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend door enkele mensen – betrokken bij onze parochie – wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in eigen dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Ons lijfblad
Je mist pas écht wat je hebt, als het er (tijdelijk) niet meer is. Het kan dan gaan om heel essentiële zaken als het verlies van je baan, plotselinge problemen met de gezondheid, tot zelfs het verlies van een kind of partner. Het kan een mens volledig uit balans brengen. Maar ook iets heel banaals, iets alledaags kan – als het er niet meer is – je ritme aardig verstoren.
Zo beginnen wij – sinds onze pensionering – elke dag met een kop koffie en het uitvoerig lezen van de krant. Als zo’n krant dan plotseling niet meer in de bus valt. zorgt dat voor ergernis. De eerste paar dagen maak ik hier melding van via internet. De derde dag meld ik de bezorgklacht telefonisch. Er gaat nu echt direct werk van gemaakt worden, zo wordt me gemeld. Op dag vier – het verhaal wordt saai – nog geen krant, maar wel groeiende ergernis. De krant, zo wordt me nu gemeld, gaat een heuse inspecteur inschakelen. De volgende morgen – het is inmiddels vrijdag – blijkt het inschakelen van ‘mijnheer de inspecteur’ – geen succes te hebben gehad. Weer bellen en melden dat ik ‘aardig over de rooie’ begin te raken. De jongeman aan de andere kant van de lijn kan dat heel goed begrijpen. Zaterdagmorgen weer geen krant en weer bellen. Ik zoek het hogerop en verlang dat nu maar eens de hoofdinspecteur wordt ingeschakeld! Helaas, zo’n personage heeft mijn lijfblad niet in dienst. Moet ik dan soms – na meer dan 45 jaar – ons abonnement stopzetten? De jongen, die ik ditmaal aan de lijn heb, zou die stap best begrijpen…
Als er dan geen hoofdinspecteur rondloopt bij het dagblad, dan in ieder geval wel een directeur, zeg maar de inspecteur-generaal. Ik maak er ‘Chef-Sache’ van zouden ze bij onze oosterburen zeggen. Ik post nog dezelfde dag een uitvoerige brief….
Ook besluit ik om maandagmorgen om zes uur de wacht te betrekken in onze centrale hal. Tegen half acht verschijnt een jong meisje met kranten bij onze bussen. Zij is plaatsvervangster en heeft van de vaste bezorger blijkbaar het verkeerde nummer doorgekregen, zo vertelt ze me. Ik bezweer haar, dat ze de krant in mijn bus moet stoppen en dit moet blijven doen zolang, als ze vervangt. Eindelijk zitten Jacqueline en ik die maandagmorgen weer aan onze krant. ’s Middags meldt een jongedame van de krant zich aan de lijn. Ze is heel erg opgelucht, dat we die morgen weer onze papieren krant hebben ontvangen. Het wordt echter schrikken als ze hoort, dat dit niet te danken is aan hun inzet. Ik heb zelf voor een echte Sherlock Holmes gespeeld. “Maar dat kan nooit de bedoeling zijn, mijnheer ….” “Oké” zijn mijn afscheidswoorden,” dan kom jij morgenvroeg maar bij ons in de hal zitten”.
We naderen nu het (voorlopige?) slotakkoord. Dinsdagmiddag meldt zich telefonisch de manager-assistente van de grote baas. Mijn brief heeft er dus voor gezorgd, dat het nu dus ‘Sache van de assistente van de baas’ is geworden. In gemoedelijk ‘Mestreechs’ vraagt ze of ik heel even tijd voor haar heb. Ze toont zich heel blij, dat ze het probleem hebben opgelost. Daar steek ik opnieuw een dikke stok voor. “Ze” hebben niks opgelost, voor de voorlopige oplossing heb ik immers zelf gezorgd. “Dat is waar ook, meneer”. Maar mag ik morgen opnieuw even bellen of het nog in orde is en dat wil ik dan volgende week nog een paar maal herhalen. “Goed mevrouw, laat ons een vaste tijd afspreken: half elf, koffietijd”.
“Det is good menier, en nog unne sjoene daag”.
“Daanke , geer ouch en de groete aan uggen baas”.
Ik leg de telefoon neer en er ontglippen me een paar woorden, die hier niet voor herhaling vatbaar zijn ….
Mat
P.S.
Uiteindelijk volgde ook hier weer een happy end. Elke morgen weer elkaar, koffie … en onze krant!
Louis Verheijen
Wa un verhaol, dès génne kattendrèk! Dan gé ow bloe tog kooke! Sjòn dè dizze “weblog” dur dan is, kanne géj ut van ow af sjrie:ve.
keplaon
Gelökkig, Matjeu, is miech dèt mit de Gezèt, Recht-gezet …
Harrie van den Berg
Wistige dagge de krant ok op d’n iPad kaant lêze, dan gi d’n uurste ergernis al vast een bietje uvver
Mat
Ik had in die weken nog ginne i Pad, Harrie. Intussen wel inne aangeschaft. Ik overweeg de rekening naar die Maastrichtse madam van de krant te sturen. Misschien wil de chef wel dokke …