Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van 26 november
Bert: Vorig weekend kwam bij 112 een telefoontje binnen van een vrouw die met angstige stem meldde dat in de buurt van de Peel sprake was van een giga brand. Daar weten die jongens op de meldkamer natuurlijk wel raad mee. De zaak werd direct opgeschaald en buiten Meijel werden ook de spuitgasten in Helden en Weert gealarmeerd. En er werden ook al voorbereidingen getroffen om zo nodig Brabantse korpsen in te schakelen.
Jo: Niks over gehoord. Daar had de krant toch van volgestaan. Hoe komt zo’n bericht in de lucht, vraag ik me af.
Wiel: Als regel nadat er eerst metershoge vlammen en grote rookpluimen zichtbaar zijn.
Bert: Daar was tot op zekere hoogte ook wel sprake van toen onze ‘jongens’ met loeiende sirenes over de Steenoven naar de Peel raasden. Maar de Peel haalden ze niet. Op de Steenoven stond – weliswaar een beetje verlaat – een geweldige brandstapel in de hens.
Piet: Een verlaat Sint Maartensvuur dus. Zijn die brandweerjongens elkaar ook maar eens zwart gaan maken. Let wel: letterlijk.
Bert: Nou dat liep volgens mijn informatie toch wel wat anders. De korpsen van Helden en Weert moesten gewaarschuwd worden om rechtsomkeer te maken en de commandant had intussen een stevig gesprek met de eigenaar van de brandstapel. Mijn zegsman wist ook nog te vertellen dat deze een stookvergunning had, maar dat betekent blijkbaar niet, dat je in het zakkenduister de houtstapel in de fik mag steken.
Piet: Een heel verschil met vroeger, toen branden – zonder vergunning – gegarandeerd meer als 10 Sint Maartensvuren. En van een vergunning had nog nooit iemand gehoord. En er was geen brandweerman die onrustig werd van al dat vuur.
Wiel: Ja dat waren de tijden dat mannen als Fons van FèrrePiet, Wiel van Hermes Hent en Hààr van Pèrke over Mèèl waakten. En na afloop van de brand wisten ze bij het nablussen in ’t café geweldig sterke verhalen te vertellen.
==================================================
Ger: Het zou me niets verbazen als binnenkort een paar soapprogramma’s in ons dorp worden opgenomen
Niek: Hoezo, laat Naragoniam eindelijk van zich horen nu het de elfde-van-de-elfde geweest is.
Ger Nee joh, niet een of ander verzinsel, maar gebaseerd op ware verhalen. Werknamen voor de series zijn er ook al. ‘De handhavers deel 1’ gaat over de stoeipartijen rond het illegaal wonen op de Stille Wille. Stoeipartijen die trouwens al meer als 20 jaar aan de gang zijn. Voor de hoofdrol is Sita de Jong zelf gevraagd.
Wim: En waar mag die ander dan wel over gaan?
Ger: Effe geduld. Dat zal ik jullie vertellen. Parallel met ‘Handhavers 1’wordt ‘Handhavers deel 2’ opgenomen. Deel 2 speelt op het Platveld en het einde is voorzien bij de Hoge Raad. In deze serie zijn hoofdrollen weggelegd voor varkensboer/CDA politicus John Verhoijsen uit Beringe; onze eigen oud-wethouder Frits van de toenmalige gemeente Meijel en natuurlijk een paar glastuinders van ’t Platveld.
Ger: Dat zou dan wel eens series kunnen worden die ons dorp jarenlang op de buis brengen. Voor het Platveld schijnt het zo te zijn dat de gemeente de hele procedure moet overdoen en burgemeester Wima gaat er vanuit dat de afhandeling van de geschillen op de Stille Wille zeker nog 10 jaar in beslag neemt.
Niek: Dat wordt smullen. Al moet ik zeggen dat ik dat ook al doe als ons Bertha een paprika schotel met een lekker varkenshaasje op tafel zet.
Ger: Niek, in beide soaps gaat het niet om lekker gebraden varkenshaasjes, maar om de vraag wie het haasje wórdt …
================================================
Sjef: De eerste kerstverlichting brandt alweer in ons dorp. En ook hier geldt: “een schaap over de dam en er branden binden de kortste keren duizenden lichtjes.”
Lins: Vroeger beperkte het zich tot enkele kaarsjes in de kerstboom die een paar uurtjes mochten branden. Toen de kerstverlichting in zwang kwam, werd de ‘brandtijd’ met vele uren en dagen verlengd en nu baden ook de bomen en struiken in de tuinen in het licht van de kerstverlichting.
Jan: Met de energieleveranciers natuurlijk als lachende derden.
Dirk: En net als de kerstverlichting in ons centrum blijft die buitenverlichting in de tuinen bij veel mensen het hele jaar in de bomen hangen .Effe alle stekkers in de stopcontacten en het feest kan weer beginnen.
Lins: Op deze manier holt de kerstman die goeie ouwe Sinterklaas wel mooi voorbij. Lijkt me voor de kleintjes trouwens ook nog aardig verwarrend. Zeker als de Pieten ook nog alle kleuren van de regenboog krijgen.
Dirk: Ik hoop dat we in ons dorp nog lang de Sinterklaas traditie overeind weten te houden. Het was zonet toch een prachtig gezicht toen Sint en zijn Pieten met al die kinderen hier aan ’t café voorbij trokken. En helemaal mooi dat de ontvangst weer in onze eigen Sint Nicolaaskerk is geregeld. De meest juiste plek om de goeie man te ontvangen: in de kerk die zijn naam draagt.
Sjef: En iedereen is dan welkom in onze kerk: Gelovig en niet-gelovig. Meijelnaren, maar ook kinderen die zelfs uit heel verre landen komen. Ik mag zoiets wel.
Dirk: Ik ook, net als trouwens de zondagse borrel die we hier samen drinken. Wim, doe ons hier nog een rondje!