Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van zondag 17 september
Niek: Ik vraag me wel eens af, hoe het komt dat hele hordes mensen op gezette tijden iets heel anders willen zijn, als ze zijn.
Wiel: Is dat weer een of ander fameus raadsel van jou?
Niek: Nee joh. Hebben jullie die foto in het Weekbericht niet gezien van dat Indianentreffen in Ospel. Ik vindt het toch maar raar om een heel weekend in een indianententje te gaan zitten met een bos gekleurde veren op m’n kop.
Jan: Nou begrijp ik je Wiel. Maar je hebt op dat gebied allerlei rare snuiters. Lieden die zich in het weekend in oude soldatenuniformen wurmen en de Slag bij Waterloo gaan naspelen. Weer anderen gaan samen een aantal dagen het bos in en doen alsof ze nog in het stenen tijdperk leven. Vuurtje stoken door heel lang twee stenen tegen elkaar te wrijven. Niet te geloven!
Wiel: Ik zie jou en Bertha al in een berenvel een weekje door het Startebos banjeren omdat je verknocht bent aan de Flintstones. De Méélse Fred en Wilma.
Niek: Yabba-dabba-doo!
Jan: Maar nou toch nog even serieus jongens. Met Carnaval spelen wel toch graag allemaal een andere rol. Je zou denken dat de mens het af en toe nodig heeft om in de rol van een ander te kruipen.
=====================================================
Bert: Het begint er op te lijken dat er een nieuwe hang ontstaat naar oude ambachten. Ik hoorde laatst van een cursus ‘werken met de zeis’.
Lins: En dan mag je zeker verder door het leven als Magere Hein. Mij niet gezien!
Jo: Moet ik zeker mijn mooie zitmaaier inleveren en met de zeis mijn gazon gaan maaien.
Bert: Het zal best iets te maken hebben met nostalgie. De jeugd laten zien hoe het werk vroeger gedaan moest worden. Mijn vader en zijn broers maaiden vroeger nog gras met een vlijmscherpe zeis. En idem, dito de slootkanten met de korte zeis. En in die cursus leer je hoe je de zeis moet haren: Met een spitse hamer op de scherpe rand van de zeis tikken en dat ding wordt nog scherper als een broodmes. En tijdens het maaien natuurlijk regelmatig de wetsteen hanteren.
Jo: Ik zie volgend jaar bij jou en Mien al het ‘zeisdiploma’ in de keuken hangen, zoals mijn moeder jarenlang haar ‘melkdiploma’ naast het fornuis had hangen.
Lins: En over een paar jaar beleven we zeker een nieuw Oude Ambachten Festival in ons dorp. Dat trok ooit jaarlijks vele duizenden mensen naar ons dorp.
Bert: Ik geloof er niets van, dat zoiets in deze tijd nog aanslaat bij de jeugd.
=================================================
Thei: Langzaam maar zeker zie je weer personeelsadvertenties in de bladen verschijnen, al is het nog mondjesmaat. Werkgevers zitten blijkbaar weer verlegen om goeie mensen.
Giel: Dat ze dan eerst maar eens beginnen om de mensen die ze in dienst hebben een vast contract te bieden. Jongeren moeten nu van de ene naar de andere flexbaan hoppen. Of laten zich van lieverlee inhuren als zzp-er.
Cor: Met als bijkomend nadeel dat de bank een hypotheek weigert als ze een huisje willen kopen.
Thei: Maar nog even terug naar dat solliciteren. Ik las zelfs dat je weer een handgeschreven sollicitatiebrief mag schrijven i.p.v. reageren op Facebook, Instagram en hoe het verder allemaal mag heten.
Wiel: Daar zal weinig van terecht komen. Vroeger zeiden werkgevers ooit smalend “Mijnheer, ze kunnen nog geen hamer vasthouden…”Ik heb de indruk dat dit nu voor veel jongeren geldt, als het gaat om een pen of potlood. Jongeren kiezen trouwens liever een beroep in de computerwereld als bijvoorbeeld in de bouw.
Giel: Toch ook niet gek als je naar het salaris en de werkomstandigheden kijkt. Het wordt tijd dat een vakman op zijn juiste waarde geschat wordt. Alleen zo lukt het om dat soort beroepen voor jongeren weer interessant te maken.
Cor: Zo dat was ‘Das Wort zum Sonntag’ van onze Giel. En nu wil ik een borrel en een potje kaarten!
====================================================
Piet: Hebben jullie deze week dat artikel in het ‘Weekbericht’ over de buitenverlichting van de kerk ook gelezen?
Ger: Ik hoop dat Frits zijn woorden weet waar te maken. Maar hem kennende zal hij er wel vrij zeker van zijn dat het gaat lukken.
Wim: Maar hij maakte ook wel duidelijk dat ook de Méélse mensen de portemonnee aan het trekken komt.
Piet: Zo zit het leven nu eenmaal in elkaar. Je kunt een berg subsidie binnenslepen, maar altijd zal ook een eigen bijdrage gevraagd worden.
Ger: Maar die kerk is toch ook het hart van ons dorp en dat geldt niet alleen voor de mensen die nog regelmatig naar de kerk gaan. Ik moet er toch niet aan denken dat ik het nog mee ga maken dat die kerk afgebroken gaat worden en op die plek bijvoorbeeld een grote bedrijfshal komt te staan.
Wim: Precies Ger. Ik denk dat we er samen voor moeten zorgen dat we dit markante gebouw voor Meijel behouden. En Frits zal er best al over hebben nagedacht hoe ze dat moeten aanpakken!