Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van 13 augustus
Cor: Zo, vorige week was onze dorpsgenoot Koen Verstappen voor even columnist bij ‘Hallo, Peel en Maas”.
Henk: Niet gezien. Hij moest zeker een nieuwe buut voor het komende jaar uitproberen.
Cor: Wat een onzin. Alsof Koen alleen zou kunnen schrijven over ‘flauwe kul’. Gewoon een verhaal over genieten van de zomer. En daar is niks mee.
Jo: Klopt, al kon Koen het niet laten aan het einde een aardige grap te vertellen. Hij was in het voorjaar 10 dagen in Ierland geweest en had er alle dagen mooi weer gehad. Volgens een gids die ze daar hadden héél uitzonderlijk. “Doorgaans”, zo vertelde deze “regent het hier twee keer per week: één keer vier dagen lang en één keer drie dagen lang…”.
Wim: Ik heb lang geloofd dat je vakantie alleen ver van huis en haard kunt vieren. Sinds ik gepensioneerd ben, weet ik hoe fijn een dag fietsen in de eigen omgeving is. Om te genieten hoef je absoluut geen lange vermoeiende reizen te maken.
Henk: Er valt zelfs volop sensatie te beleven in eigen dorp, op het kerkplein. Afgelopen maandag was een (nep) parachutist tegen de kerktoren gevlogen. Enkele automobilisten waren daardoor dusdanig afgeleid dat ze op elkaar vlogen. Een ravage van jewelste daar op ons plein voor de kerk. Groot alarm dus voor de brandweercorpsen van Panningen, Neerkant en Meijel. Die moesten orde in de wanorde zien te scheppen.
Jo: En half Meijel liep uit om het tafereel gade te slaan. Ons Nel en ik zaten ‘eerste rang’ op het terras van het Oranje Hotel met een lekker glas en een bitterballetje. Toen die parachutist, vanuit een van de galmgaten van de kerk naar beneden werd gelaten, merkte iemand naast ons doodleuk op: ‘Dat is toch ook sterk. Vinden ze meer als 70 jaar na de oorlog nog een Duitser in de kerktoren”. Zegt ons Nel: ”Nog sterker is dat de kerk er toen nog niet stond…”.
=================================================
Lins: Houden we nog iets goeds over aan die lekkende kerncentrales daar in België. We krijgen allemaal gratis jodiumtabletten in de brievenbus.
Lei: En zo probeert de overheid ons wijs te maken dat ze ons tegen dat mogelijke onheil te beschermen.
Wiel: Je hebt gelijk Lei. Wijwater en palmtakjes zullen ook niet helpen als het zover is, maar een handvol pillen ook niet. Het heeft een beetje weg van die overheid die ons in de jaren 60 probeerde wijs te maken dat we bij een atoomaanval maar in de kelder of onder de trap moesten kruipen. Daar was je veilig.
Jan: Voordeel was dat bij ons thuis de hele inmaak in de kelder stond en de hammen onder de keldertrap te drogen hingen. Hadden we in ieder geval een lekkere laatste maaltijd samen gehad, zei onze pap jaren later.
============================================
Niek: Wat een toestanden rond die besmette eieren. Ik weet echt niet wat ik er allemaal van moet vinden. De ene dag vertellen ze zus en de andere dag zo.
Jan: Zagen jullie deze week dat geschutter van de verantwoordelijk minister en staatssecretaris in dat praatprogramma van Jinek. Die meid liet die twee werkelijk alle hoeken van de kippenstal zien. Die kan iemand scheren en knippen tegelijk.
Giel: En in België mag je blijkbaar honderd maal zoveel van dat gif binnen krijgen als bij ons. Eitjes die bij ons massaal uit de winkelschappen worden gehaald, worden daar nog lekker naar binnen gesmikkeld.
Ger: Wat waar is en niet waar weet ik ook niet. Wat ik wel weet is dat het misdadigers van het laagste allooi zijn die dit soort streng verboden middelen in de handel brengen. En het is een regelrechte ramp voor al die kippenhouders die daar door getroffen worden.
Jan: En wij zoals we hier zitten moeten er toch op kunnen vertrouwen dat ons voedsel veilig is. Maar telkens weer blijkt dat dit niet het geval is!
================================================
Bert: Ik heb deze week met veel interesse dat interview in ‘Hallo Peel en Maas’ met de nieuwe kapelaan van Panningen gelezen. Ik had de indruk dat hij oprecht meende wat hij daarin zei.
Jo: Menen wat je zegt betekent nog niet dat het ook zo is. Ik vond het wat al te makkelijk om bijvoorbeeld de leegloop van de kerk te wijten aan negatieve en eenzijdige berichtgeving in de media. Je kunt een journalist toch moeilijk verwijten dat zij bericht over zaken die plaatsvinden, ook al komt je dat slecht uit.
Piet: Precies Jo. Ik denk dat de krant vroeger juist teveel aan het handje liep van de kerk. En het is natuurlijk zo dat we tegenwoordig over allerlei zaken geïnformeerd worden, waar onze ouders geen flauw benul van hadden. De kerk zou veel meer aansluiting moeten zoeken en vinden bij nieuwe inzichten in onze wereld.
Bert: Ik ben inderdaad ook wel bang dat ze de aansluiting finaal aan het missen zijn. Zoals een parochie midden in de dorpsgemeenschap moet staan, zo zou de kerk als geheel midden in die wereld moeten staan. En ik heb de indruk dat de kloof alleen maar groter wordt.