Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van 6 augustus
Jan: Ik hoorde laatst dat er steeds minder gelezen wordt: van krant tot boek om het zomaar te zeggen en zelfs de roddelbladen verkopen slechter..
Wiel: Minder lezen, maar wel meer biebs in het dorp. De grote bieb in het gemeenschapshuis heeft concurrentie gekregen van de mini bieb en vorige week meldde de krant nog het bestaan van de Truus – bieb aan de Peelweg.
Henk: Dat verhaal over dat ‘biebke’ van Truus van Klaveren heb ik ook gelezen. Truus is intussen 84 en is opruiming gaan houden in haar boekenkast. Ze heeft het overtollig spul in haar kastje aan de straat gezet, waar je ze kunt lenen en zelfs meenemen.
Wiel: Maar in dat laatste geval hoopt Truus wel dat je er een kleine vergoeding voor in haar kastje legt.
Jo: Er wordt misschien wel minder gelezen, maar op de tweedehands boekenmarkten waar ik regelmatig rondstruin is het nog steeds druk. Al lopen daar ook aardig wat verzamelaars rond zoals ik. Mensen bijvoorbeeld die alle boeken van een bepaalde schrijver willen hebben.
Henk: Daar mag ik me dan ook toe rekenen met 69 boeken van Simon Carmiggelt in de boekenkast. Als het aan Bertha ligt, hang ik een Simon – biebke naast de brievenbus.
================================================
Cor: De Hoge Berg in het Startebos heeft weer iets van zijn oude glorie terug gekregen. Met een bulldozer hebben ze de boel met witte zand weer flink opgehoogd. Prima werk als je het bij vraagt. Een groep kinderen was er deze week weer volop aan het ravotten.
Lins: Nostalgie Cor. De meeste van ons hebben fijne herinneringen aan onze jeugdjaren. We hadden weinig of geen speelgoed, maar onze fantasie maakte vaak overuren. In de vakantietijd bouwden we zandkastelen op de Hoge Berg en wat dieper het bos in hutten.
Niek: Op de Steenoven waren we aangewezen op wat ze nu de Simonshoekse bossen noemen. Wij hielden van het wat steviger werk. We bouwden onze hutten ondergronds en bewaarden daar onze wapens: Knotsen en natuurlijk de pijl en boog.
Er omheen maakten we valkuilen. Wilden anderen – bijvoorbeeld die van de ‘straot’ onze hut en wapens veroveren, dan hadden ze alle kans dat ze in een valkuil donderden. Wat dat betreft leek het wel of er indianenbloed door onze aderen stroomde.
Cor: Maar al met al hebben we van een mooie jeugd mogen genieten.
==============================================
Lei: Zo, de namaak – Max Verstappens hoeven niet meer naar onze contreien af te zakken voor hun racetrainingen. Vanaf nu lopen ze alle kans dat ze er gloeiend bij zijn en misschien het rijbewijs om hun bolide te besturen kwijtraken. .
Coen: Waar heb je het nu weer over Lei?
Lei: Hebben jullie niet gehoord dat ze tussen Beringe en Nederweert zogenaamde trajectcontrole hebben ingevoerd. Op die manier kunnen ze over langere afstand precies bepalen met welke snelheid je gereden hebt.
Co: Maar goed ook. Vooral ’s avonds laat, wordt daar vaak ontzettend hard gereden. Wat mij betreft kunnen de boetes niet hoog genoeg zijn.
Coen: Ik vindt het nog altijd erg vervelend dat als ik ongemerkt ergens een paar kilometer te hard rijdt er een paar weken later een stevige incasso bon in de brievenbus ligt.
Lei: Dat is inderdaad erg vervelend, maar te hard is te hard. Vervelender vind ik persoonlijk al die verschillende snelheden op de autobaan. Op de enen plek 120, dan 100 en weer een stukje verder mag je zelfs 130. Als het aan mij zou liggen gaan ze weer terug naar overal 120. Geen kans meer op misverstanden.
===============================================
Thei: Vorig weekend was volgens mij een dieptepunt in het kerkbezoek. Twee man en een paardenkop.
Wim: Ik hoor dat je jezelf in ieder geval ook hebt meegeteld…
Piet: Met dat paard komt er dan tenminste nog één dier in de kerk. Ik las laatst dat de kerkuilen zich op veel plaatsen ook al niet meer laten zien.
Wim: Zeker verbannen door een of andere curiekardinaal die ook eens van zich wilde laten horen.
Piet. Nee, het verhaal leek me heel serieus. Dorpen breiden steeds verder uit met hun woningbouw, waardoor die broedplaatsen in de kerken te ver van het buitengebied – het jachtterrein van de uil – komen te liggen. Dus zoekt de uil zijn broedplaats in dat buitengebied.
Thei: Klinkt logisch , maar er leven in die kerktorens ook grote kolonies vleermuizen. En laat mij nou altijd gedacht hebben dat de uil die hoog op zijn menulijstje heeft staan.
Wim: Hij moet zich maar gaan specialiseren in het vangen van grotere vogels: roeken en duiven bijvoorbeeld. ’s Nachts op de Méélse kerktoren heel makkelijk te vangen en dan ligt er tenminste een behoorlijke portie vlees op het bord van ‘mijnheer den Uil’.
Piet: Andere oplossing zou zijn als het bisdom verordonneert dat alle pastorietuinen muizenvriendelijk worden gemaakt. Dan vindt de kerkuil vlak bij huis – de kerktoren – ook dagelijks een gedekte dis en laat hij andere vogels met rust.
Thei: En bovendien krijgen die tuinen dan ook nog een zinnige bestemming. De weinige pastoors die er nog zijn, hebben helemaal geen tijd om lekker in het zonnetje te gaan zitten.