‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.
Radicalisering
Al die verhalen over radicaliserende jongeren, doet bij mij wel eens de vraag rijzen of dit in mijn jeugdjaren ook had kunnen gebeuren. De kans daarop lijkt me vrij klein. We groeiden op in de beslotenheid van ons eigen dorp en in de stad (wat heet stad als je kijkt naar Venlo Roermond of Weert in de jaren 60) kwam je maar zelden. Kerk en school leerden je heel nadrukkelijk, wat de regels waren, die je in acht moest nemen, wilde je in het leven verder komen en later kans maken op de hemel … Of niet soms? Maar als die kerk van ons toen eens gezegd had, dat we die protestantse ketters het leven zuur hadden moeten maken, was het al een slag anders komen te liggen. Dan was er in ons dorp overigens nog weinig gebeurd, want het Meijel-van-toen kende in die jaren maar één protestantse familie. Er werd je thuis en op school wel bijgebracht, dat je die mensen beter kon mijden (ja, ja) maar daar beperkte het zich toe.
Toen de tijd aanbrak, dat ik op zondag met mijn vrienden ging ‘stappen’, had er een nieuw kansje ingezeten. Je hoorde in ’t café soms heroïsche verhalen over het Franse Vreemdelingenlegioen. Boze mannen zouden door ons land trekken, die uitgaande jongeren ronselden om zich bij het legioen aan te sluiten. Zó die mannen al rondtrokken, hebben ze Meijel altijd links laten liggen. Een nog kleiner kansje op een andere radicalisering had er ingezeten, toen we als afsluiting van onze vakopleiding drie dagen op retraite moesten. Drie dagen waarin discussie (over normen en waarden) en bidden centraal stonden. En voordat je werd losgelaten, eerst nog de plechtige Mariaverering. Je was helemaal ‘bekeerd’ en had zo door kunnen lopen richting seminarie. Had hier een milde vorm van radicalisering op de loer gelegen? Dan toch maar van heel korte duur. De zondag daarop smeedden we bij een goed glas bier alweer andere plannen… Maar als ik heel eerlijk ben, was er wel een periode, dat ik veel ophad met radicalen. De club o.l.v. de ‘oude’ de Gaay Fortman die zich destijds als PPR (Politieke Partij Radicalen) afscheidde van de KVP…
En toch…. Toch kan ik me voorstellen, dat jongeren, die in opstand komen tegen de situatie thuis en in hun omgeving – toen en nu – voor avontuurlijke verhalen gevoelig zijn (geweest). Hoe sterker je je afzet tegen een leefomgeving, die je verfoeit, hoe groter de kans dat je gevoelig wordt voor oproepen om die wereld mee???? te veranderen. Vooral nu de beslotenheid van ons vroegere dorp is verdwenen en we 24 uur per dag bergen informatie kunnen opslorpen van over de hele wereld. En als jongeren dan alleen nog geïnteresseerd zijn in een bepaald soort informatie, ligt radicalisering op de loer. Dan staan na deze ‘hersenspoeling’ ‘milde vormen van orde en regelmaat in de eigen omgeving in geen enkele verhouding meer tot de meest extremistische daden, waartoe ze dan in staat blijken te zijn!
Huub