Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis 28 januari
Giel: Je kunt het zo gek niet bedenken of een mens kan wel ergens kampioen in worden. De vraag is altijd maar op welk niveau je het wordt en in welke tak van sport.
Wiel: Dat klopt, het is voor de buitenwereld heel want anders of ik kampioen in de derde klasse bij het beugelen wordt of ik haal het voetbalkampioenschap in de eredivisie. Hoewel die beugelaars evenveel plezier kunnen beleven in hun sport als die beroepsvoetballers.
Giel: Maar ik wilde even naar onze dorpsgenoot Coen Steegs die vorig weekend in Spanje met zijn vogels maar liefst twee Wereldtitels in de wacht sleepte.
Jo: En niet te vergeten een week daarvoor met vijf Nederlandse kampioenen thuiskwam uit Apeldoorn.
Wiel: Dat zou toch op zijn minst moeten leiden tot een ontvangst op het gemeentehuis en een hoge onderscheiding van de koning.
Wim: Precies, Jo. Worden er door een paar gewone jongens uit Peel en Maas zomaar wereldtitels in de wacht gesleept en dan moet hij het doen met een foto in ‘Hallo’ en ‘1 Peel en Maas’. Eigenlijk Godgeklaagd, zouden we vroeger in Meijel zeggen.
Giel: Laat ons dan in ieder geval een borrel drinken op de gezondheid van Coen .
=====================================================
Lei: Lees ik nu opnieuw een heel verhaal over die kerkverlichting van ons in Hallo Peel en Maas. Ik weet onderhand niet meer aan welke kant van de kerktoren ik het verhaal moet vastknopen.
Jan: Een troost Lei, je zult niet de enige zijn.
Piet: Ik heb steeds begrepen dat die aanleg een zaak was tussen Dorpsoverleg en Gemeente en dat de kerk hier in bestuurlijke zin helemaal buiten stond.
Lei: Dacht ik ook en nu zegt een bestuurslid van het parochiecluster in een keer: Hadden wij er maar weet van gehad, dan hadden we de zaak aangemeld bij de verzekering en was er niets aan het handje geweest.
Bert: Maar je kunt toch niet iets verzekeren wat niet van jou is. Zo hebben ik het althans altijd begrepen.
Piet: Voor mij blijft er erg veel mist hangen over het wie, wat en hoe rond de vraag wie, wat gedaan heeft.
Jan: Dan zou het wel zo fijn zijn als zowel gemeente als dorpsoverleg opening van zaken geven en dan weten we waarschijnlijk ook gelijk wat de bemoeienis van de kerk is geweest.
Lei: Volgens mij heeft het veel weg van Zwarte Pieten, maar dat woord mogen we tegenwoordig niet meer gebruiken.
=====================================================
Lins: De schooljeugd van Méél, begint te morren en ik kan hun geen ongelijk geven!
Jan: Daar wil ik dan wel eens meer van weten. Willen ze soms ijsvrij of iets dergelijks.
Lins: Jij zit er al heel dichtbij Jan. Ze vinden het van de gekke dat – nu het al een paar weken vriest – nergens een veldje onder water gezet kan worden, waar ze naar hartenlust kunnen schaatsen.
Thei: Daar geef ik hun dan eigenlijk wel gelijk in. Toen Wim Trines een paar jaar geleden de parkeerplaats hier bij het Oranje Hotel onder water zette, heeft de Méélse jeugd daar het grootste plezier beleefd. Maar ja, je kunt Wim niet kwalijk nemen dat hij die parkeerplaats nu hard nodig heeft voor zijn eigen zaak.
Jan: Maar je mag dat ook niet op het bordje van een particulier leggen. De gemeente zou toch zo’n veldje aan de Trambaan, dat in andere tijden van het jaar vaak voor van alles en nog gebruikt wordt, door de mannen van de brandweer onder water kunnen laten zetten. Volgens mij zouden die brandweerlui daar best aan mee willen werken. Ook die zijn immers ooit jong geweest!
===================================================
Niek: Het is weer de tijd van het jaar om jubilarissen te huldigen geloof ik. Bij Willibrordus, het Mannenkoor, dameskoor en ergens las ik ook nog dat Jan van MarsenBéér terecht erelid bij de voetbalclub is geworden.
Mart: Maar ze dreigen in deze tijd van het jaar in de Weekbladen wel onder de voet te worden gelopen door een klein leger prinsen en prinsessen, vorsten en adjudanten.
Ger: En die leggen met al hun kettingen en medailles letterlijk ook nog eens heel wat gewicht in de schaal.
Mart: Het is maar waar je aan hecht en wat je belangrijk vind, maar zo is het natuurlijk met veel zaken in het leven.
Niek: Ik ken zelfs iemand die zijn Koninklijke Onderscheiding de dag na de uitreiking weer in de bijbehorende mooie doos heeft opgeborgen, ze in de kast gezet en ze nooit meer tevoorschijn heeft gehaald.