Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van zondag 23 oktober
Bert: Toen ik vorige week dat lijstje zag, wat het opknappen van al die kerkgebouwen in Peel en Maas gaat kosten, viel ik zo ongeveer van m’n geloof af.
Chris: Daar is bij jou ook niet veel meer voor nodig, heb ik de indruk. Of die cijfers allemaal wel kloppen is natuurlijk de vraag. Ik sprak vorige week toevallig de pastoor van Kessel en die wist niet eens waar dat geld voor zijn kerk aan besteed zou moeten worden.
Lins: Ik heb begrepen dat men een heel reële inschatting gemaakt heeft van de verwachte kosten. Het is in ieder geval geen natte vingerwerk.
Jo: Onze kerk van Méél gereed maken voor de toekomst gaat in ieder geval stevig duiten kosten. Kijk alleen al naar het vernieuwen van het dak. En bij de glas-in-lood-ramen schijnt het lood zo slecht te zijn, dat bij een beetje stevige storm de zaak rijp is voor de glasbak. Die kathedraal van de Peel gaat echt handenvol geld kosten of is binnen de kortste keren een bouwval.
Chris: Maar er schijnt op dit moment van diverse kanten flinke subsidie te krijgen zijn, dus moet je als er met de geldbuidel gerammeld wordt, er vlug bij zijn.
Bert: Maar waarvoor moet van de kerktoren eigenlijk een klimtoren gemaakt worden?
Jo: Ik heb gehoord dat ze in de hemel ook gaan bezuinigen. Alleen in het weekend nog rijstepap en ook op vervoer wordt stevig bezuinigd. Vroeger ging je – als je tenminste netjes geleefd had – automatisch naar de hemel. Het schijnt nu zo te zijn dat je het eerste stuk zelf moet afleggen…
Lins: Zelfs over serieuze zaken valt jou nog geen vijf minuten ernstig te praten. Er is best veel belangstelling om de kerktoren te beklimmen en te genieten van dat prachtig uitzicht en… men wil er ook nog voor betalen ook. Dat beklimmen gebeurd nu ook al maar het laatste stuk van de klim is echt onveilig. Als provincie en gemeente geld vrijmaken voor die aanpassingen moet je die kans benutten. Gaat die toren ons nog wat opleveren ook.
Niek: Valt jullie ook op dat je tegenwoordig bijna elke dag een bijlage bij je krant hebt. Vroeger bleef dat beperkt tot de zaterdag. Was ook nog te begrijpen; had je op zondag ook nog wat te lezen.
Thei: En in die bijlage van nu – Scala geloof ik dat het heet – staat ook nog twee keer niks in. Ik heb ons Bertha al gezegd dat ik eens naar die hoofdredacteur ga bellen, welke korting ik krijg als ze dat stuk niet meer bij mij in de bus stoppen.
Jan: Gewoon – net als wij doen – gelijk in de doos van het oud papier stoppen – en de schutterij is er nog blij mee ook.
Wim: Ik heb de krant samen met de buurman. Dien en ik lezen de krant ’s morgens bij het ontbijt en dan gaat ie rond de koffie van tien uur naar de buren. In de regel loop ik dan even binnen en drinken samen koffie. Ooit hoor ik dan wel meer nieuws dat me interesseert, als ik die morgen in de krant heb gelezen.
Thei: Maar daar noem je ook iemand. Die An van bij jou naast is werkelijk van alles op de hoogte. Die heeft eigenlijk geen krant nodig en als jij goed naar haar luistert, kun jij dat geld ook sparen.
Niek: Truus en ik hebben al een abonnement vanaf de eerste dag dat we getrouwd zijn. Ons Truus begint ’s morgens met de overlijdensadvertenties, het regionale nieuws en de puzzel. Ik begin altijd met het landelijke nieuws en de sport. En als we ze uit hebben schilt Truus er ’s middags nog een appel op en ik kraak er in deze tijd van het jaar ’s avonds nog wat noten op. En in de zomer is de krant prima om zaken af te dekken als ik aan het schilderen ben. Truus en ik kunnen met recht zeggen: Nee, de krant die kunnen we niet missen, geen dag!
Wiel: Onze bisschop neemt de verhalen over de opwarming van de aarde wel heel serieus. Die denkt dat het Limburgse land in een woestijn verandert.
Piet: Hé, hé. Dat bedoelde die man figuurlijk. Het kerkbezoek blijft maar dalen en de inkomsten navenant. En het einde is nog lag niet in zicht is de verwachting.
Sjef: Dat einde schijnt wel in zicht te zijn als het gaat om het salaris en het pensioen van priesters die in arme parochies werken.
Wiel: Als dat gaat gebeuren getuigt dat wel van weinig solidariteit en naastenliefde tussen de priesters onderling. Naar mijn idee zouden ze dan het geld in een centrale pot moeten stoppen en daaruit zou dan iedereen – zowel degenen die in een rijke als een arme parochie werkt, een evenredig deel moeten krijgen. Waarschijnlijk ook geen vetpot, maar wel eerlijk.
Piet: Misschien gaan we dan wel een priester-vakbond krijgen, strijdend voor een eerlijke verdeling van inkomen van hoog tot laag. Voor gelijkheid en echte broederschap.
Sjef: Daar kunnen dan een paar Meijelnaren een mooie rol in spelen. Ik weet toevallig dat een oud-oom van onze kapelaan Roger – Jan Maenen – direct na de oorlog vele jaren voorzitter is geweest van de Limburgse KAB. Dat vakbondsbloed zit dus in die familie. En die Mat waarvan gezegd wordt dat hij mee achter die rubriek ‘Nao de Hòmmis’ zit, is in zijn tijd jarenlang secretaris van eerst het NKV en naderhand de FNV in Limburg geweest.
Piet: Dan kunnen die twee samen best dat vakbondswinkeltje voor die priesters gaan draaien. Ze houden dan kantoor in onze kerk en de parochie ontvangt daarvoor natuurlijk een stevige huur van het bisdom.
Wiel: Meijel als kleine oase in de woestijn en de haan op de kerk kraait vakbondsvictorie…