Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van 16 oktober
Piet: Weken geleden werd er al melding van gemaakt: de oprichting van een nieuw genootschap met nauwe banden met de Kieveloeët. Die oprichting schijnt nu een feit te zijn.
Lins: Maar mij is nu ook wel duidelijk waarom het zo lang moest duren. Een goeie naam vinden voor zo’n club is niet niks. Daar heeft Frits Berben gegarandeerd halve nachten van wakker gelegen. Maar nu hebben we ook wat in ons dorp. Het Genòtsjap ‘Medelo Narragoniam’.
Piet: Van zo’n naam moet Peter Daniëls die ook bij die club betrokken is, de haren toch wel recht overeind gaan staan. Die is nota bene voorzitter van de stichting ‘Pròt mèr Mééls’.
Jo: Ik ben benieuwd of de leden van de nieuwe club – die toch wel allemaal van ‘”het bier van hier’ houden – ’s avonds laat de naam van hun Genòtsjap nog kunnen uitspreken.
Lins: Volgens mij zijn er wel bij die op de avond zelfs nog moeite hebben om ‘Mééls te praote’, laat staan nog weten dat ze in Narragoniam Medelo leven…
Wim: Ik geloof dat jij thuis ook al aan de borrel hebt gezeten Lins en dat is toch wel erg vroeg.
Lins: Niks borrel. Ik heb zitten googelen wat dat Medelo Narragoniam wel moet betekenen. Ik ben uitgekomen bij zoiets als ‘Meijel: Narrenland’.
Piet: Laten we kapelaan Roger eens vragen om over die betekenis eens een column op de weblog van de kerk te schrijven. Die Roger heeft Grieks en Latijn gehad. Die moet ons met de betekenis Narragoniam verder kunnen helpen.
Niek: Mooi initiatief. Je kunt voor de Dag van de Mantelzorg in november mensen aanmelden die volgens jou een bloemetje verdienen. Mien en ik hebben Truus, bij ons aan het einde van de straat aangemeld. Verzorgt al jaren haar dementerende man en staat er ook nog eens helemaal alleen voor.
Giel: Zo iemand verdient eigenlijk veel meer dan een bloemetje. Minstens een lintje op Koningsdag.
Wiel: Dat schijnt bijna nooit te lukken, hoewel er uitzonderingen zijn. Enkele jaren geleden is die eer te beurt gevallen aan Corrie, die van kindsbeen af het huishouden van een groot gezin moest runnen en vervolgens nog jarenlang haar zieke moeder heeft verzorgd.
Niek: Nu verwacht wordt dat iedereen langer zelfstandig blijft wonen, zijn steeds meer mensen afhankelijk van hulp van buren en familie. Daarom vind ik het zo’n mooi initiatief ven Bertine en Wilmy van ‘Oppe Koffie’ die een dorpsdagvoorziening ‘Durnééve’ hebben opgericht. Mensen met een beperking kunnen hier aan allerlei leuke activiteiten deelnemen.
Wiel: Een mooie nieuwe variatie naast het zorgcentrum en de zorgboerderij. Ik hou daar wel van.
Niek: En het fijne is dat daar niet alleen ouderen terecht kunnen, maar ook jongeren uit de doelgroep zijn welkom.
Wim: Dat is me ook een verrassing! Wordt Erwin Daems – de tamboer maître van Willibrord – ook nog een keer koning! Ben benieuwd hoe hij dat in de optocht combineert.
Jan: Ik heb gehoord dat Erwin al een oplossing bedacht heeft. Hij loopt samen met schutterskoningin Cindy voorop. Erwin gooit de stok telkens in de lucht en Cindy vangt hem op. Ze zijn al druk aan het oefenen. Die willen in het nieuwe schuttersseizoen overal dubbele prijzen winnen: beste tamboer maîtres én mooiste koningspaar.
Wim: Dan kunnen ze bij ‘de grúún’ wel al aan een nieuwe prijzenkast beginnen te timmeren…
Ger: Als ik Erwin zie moet ik altijd denken aan zijn vader Jos die veel te vroeg gestorven is. Toen in 1986 met Koninginnedag het hele koningshuis hier op bezoek was, had Jos de eer om aan Prins Willem Alexander duidelijk te maken wat de beste houding onder de schietboom was, wilde je raak schieten. En Jos zou Jos niet geweest zijn als hij dat niet in het plat Mééls had gedaan. De prins snapte er natuurlijk ‘de balle van’, maar hij deed Jos toch maar mooi na.
Jan: En zeker weten dat die Jos ‘gruts’ is als hij straks zijn zoon overal met het koningszilver op de borst door de schuttersweiden ziet paraderen.
Thei: Toch geweldig hoeveel tijd en energie ons Méélse toneelclub de C.O.M steekt in het enthousiast maken van de jeugd voor deze fijne hobby. Petje af!
Cor: Die jeugd moet helemaal enthousiast worden als ik de in het Weekbericht lees, dat ze het stuk maar liefst drie keer hebben mogen opvoeren.
Thei: Met aan het einde – tenminste de keer dat Bertha en ik er waren – een staande ovatie. En hartstikke verdiend!