‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 27 maart

Lei: Volgens mij vestigt niet alleen Habets zich in de Pastorie, maar wordt het een heus gezondheidscentrum.
Bert: En waar haalt onze Leo deze wijsheid weer vandaan?
Lei: Ogen de kost geven Bertje. Ik zie daar de laatste weken steeds busjes staan van een of andere apotheek. Volgens mij worden daar hele ladingen pillen naar binnen gebracht.
Jan: Krijgen we zeker weer een apotheekhoudend huisarts in Meijel. Gaan de tijden van vroeger, van dokter Buyen en dokter Nijzen weer herleven.
Lei: Als Habets de lijn van Nijzen volgt kun je beter spreken van een apotheekhoudend huis- en tandarts. Ons Bertha zei altijd dat Nijzen net zoveel tanden trok als dat hij pillen voorschreef. Maar hebben jullie trouwens gezien dat voor de ingang een skatebaan is aangelegd. De jeugd kan op hun skatebord zo naar binnen vliegen.
Cor: En naar buiten als ze zich niet gedragen. Maar die roosters zijn trouwens aangebracht voor rolstoelers. Bittere noodzaak, zou ik zeggen, anders zouden ze naar binnen gedragen moeten worden..
Bert: Naar buiten gaat  dan lekker snel. Als ik de rolstoel van ons Mien bij de deur loslaat is ze zo beneden aan de straat.
Jan: En in het ziekenhuis zul je bedoelen.

Henk: Leek het er even op, dat de soap rond het oude gemeentehuis ten einde was en nou lees ik dat ze weer terug bij af zijn.
Piet: Hoezo, gaat de deal tussen Ronald van de Vangrail en de gemeente nu toch weer niet door?
Jo: Lees jij het ‘Krèntje’ dan niet Piet. Ronald kon blijkbaar binnen de gestelde termijnen de financiering niet rond krijgen.
Henk: Waarop Ronald weer zei, dat als ze hem een paar weken respijt hadden gegeven, hij de zaak rond had.
Piet: Maar het houdt na een paar jaar natuurlijk een keertje op. In die zin begrijp ik de opstelling van de gemeente ook wel weer.
Ben: Ik sta er niks van te kijken als die Ronald nog een verrassing uit de hoge hoed tovert. Wat bijvoorbeeld als hij naar de rechter stapt. Moet de gemeente dan niet wachten met het opnieuw te koop zetten? En een rechtszaak kan zomaar een paar jaar aanslepen.
Jo:  Met andere woorden: kan van de zomer die soap waar we het een paar weken geleden lachend met elkaar over hadden, toch nog opgevoerd worden.
Piet: En als Ben gelijk krijgt kunnen ze de uitvoeringen voor de zomer van 2017 ook al gaan plannen…

Dré: Jongens, voelen jullie er wat voor om in mei samen mee te doen aan dat dorpsspel ‘Peel zonder grenzen’?
Wiel: Dat lijkt me toch echt meer iets voor ‘joong mèn’ als voor types zoals wij hier bij elkaar zitten.
Sjef: Nee Wiel, het is echt bedoeld voor jong en oud. Er zitten sportieve opdrachten tussen, maar ook vragen waarbij je je hersenen moet laten werken.
Bert: Met dat sportieve komen we een heel eind, we hebben vroeger zoals we hier zitten met drie man gevoetbald en trappen nu bij goed weer nog aardig wat kilometers weg. En laten we Sjef niet vergeten, die jarenlang leider was van de sportclub van de Jonge Boeren. Ons probleem zit voor ons meer bij die ‘weetvragen’ als de hersenen hun werk moeten doen.
Dré: Jong, maar we moeten minstens met 8 man zijn, dus die vrouwen van ons doen ook mee. Wij voor het sportieve en het dorstige en de vrouwen voor de ‘weetjes’.
Sjef; Dat moeten we doen; thuis menen ze ook alles te weten. Moet je die Bertha van mij eens zien als ze er niks van bakken.
Wiel: Nee jongens we moeten er die dag geen spel van ‘Wij tegen zij’ van maken. Dat doen anderen wel in dit landje. Er gewoon samen een plezierige dag van maken. Laten jullie me deze week maar even weten of iedereen mee doet, dan geef ik ons clubje wel op. Kunnen we in ieder geval nog enkele weken in training gaan.

loader