‘Vanuit de zijbeuk’

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.

Viere…

Het kan niet elke zondag kermis zijn. Mijn moeder hield het ons in onze kinderjaren – de jaren vijftig – regelmatig voor. Het jaar kende maar een beperkt aantal dagen die ‘gevierd’ werden.
Nieuwjaarsdag werd je ‘rijkelijk’ beloond voor het oplezen van de Nieuwjaarswens thuis en bij opa en oma. Met Carnaval ging je naar de optocht kijken en mocht je ‘gek’ doen. Met de kermis kwam het ‘goeie servies in de goeie kamer op tafel’ en ging je naar de ‘kermis’: de kwartjes brandden in je broekzak. Je had er al dagen over gedacht waar je je centjes aan uit ging geven. Met Sinterklaas kreeg je een paar kleine cadeautjes, waar je niettemin geweldig blij mee was. Met Kerstmis haalde vader een boompje in het bos die door moeder werd ‘opgesierd’ en daaronder kreeg het kerststalletje een plek. En al die andere zondagen in het jaar was het in ons grote gezin dus ‘geen kermis’.  Niettemin zeggen we bij vele gelegenheden tegen elkaar: Wat hebben we een mooie jeugd gehad!
Tegenwoordig hoor je steeds vaker dat het leven gevierd moet worden. Sommigen gaan daarbij wel heel ver, tot het gaatje zoals we dat zeggen. Je leest zelfs in overlijdensberichten dat men na afloop van het afscheid in café X samenkomt om het leven te vieren.
Genoemde feestenspelen ook nu nog steeds een vrij centrale rol als het op ‘viere’ aankomt. Ik licht er twee uit: Kerstmis dat net achter ons ligt en Carnaval dat voor de deur staat.
Kerstmis is ook nu nog het feest dat vooral binnenshuis, in de familiekring gevierd wordt. Om de feestelijk versierde boom en – heel sporadisch – het stalletje en we kijken uit naar al dat heerlijk eten en drinken dat die dag op tafel komt.
Carnaval daarentegen wordt juist buitenshuis gevierd. De optocht trekt door het dorp en in het café heffen we het glas bij elkaar.
Maar beide feesten hebben ook duidelijke  raakpunten. Feesten doe je namelijk niet in je eentje, maar je zoekt elkaar op. Dat kerstdiner is extra lekker omdat je in fijn gezelschap verkeert. En zeg nu zelf, het pilsje met Carnaval is toch extra lekker omdat je het samen drinkt met andere feestgangers. ‘Viere’ doe je samen en niet in je eentje! Maar Kerstmis en Carnaval kennen nog een belangrijk raakpunt in ons dorp: beide feesten zetten we in met een viering in onze parochiekerk. Aan de vooravond van Kerstmis is er de Nachtmis en op Carnavalszaterdag de Vastelaovesmis. In dat opzicht staat onze kerk nog altijd midden in onze gemeenschap. Over een paar weken zorgt die ‘Vastelaovesmis’ hopelijk  weer voor een volle kerk. Een kerk die gedurende die dagen tot in de verre omtrek het ‘roej-geel en gruun’ zal uitstralen.  En de titel van de viering? ‘Vastelaovend Saame Viere’.
Zo doen we dat in ‘Méél’.
Mat

 

loader